Hoe beoordeelt de toezichthouder de buitenschoolse opvang tijdens de (zomer)vakantie?
In de zomervakantie organiseren kinderopvangorganisaties de buitenschoolse opvang vaak op een andere manier dan tijdens schooldagen. Dat is om een aantrekkelijk en gevarieerd aanbod te kunnen bieden aan de kinderen en om de opvang goed te kunnen organiseren tijdens vakantie van medewerkers.
De toezichthouder krijgt veel vragen over wat wel en niet mag bij de verschillende vormen van zomeropvang. Hieronder volgt een overzicht van de regelgeving.
Opvang op een andere locatie van dezelfde organisatie
Sommige organisaties vangen kinderen van meerdere locaties samen op in één van de geregistreerde locaties. Dit heet kindercentrum-overstijgende opvang.
Vanaf 1 juli 2024 zijn de regels voor kindercentrum-overstijgende opvang tijdens schoolvakanties en schoolvrije dagen versoepeld. Dit mag zonder aanpassing van de schriftelijke overeenkomst. De eis dat een kind in maximaal één basisgroep mag zitten, geldt in dit geval niet. Er is een aantal voorwaarden om te zorgen dat de opvang van goede kwaliteit en veilig is:
- De houder heeft in het pedagogisch beleidsplan goed beschreven op welke wijze kindercentrum-overstijgende opvang wordt vormgegeven. In het beleidsplan staat in ieder geval:
- de wijze waarop invulling wordt gegeven aan verantwoorde kinderopvang;
- de geregistreerde voorzieningen van de houder waar deze opvang plaats kan vinden;
- de wijze waarop dit van toegevoegde waarde is voor de ontwikkeling van het kind, en
- de wijze waarop kinderen worden toegewezen aan een basisgroep,
- De ouders moeten goed zijn betrokken bij dit beleid. De oudercommissie heeft adviesrecht. En de houder moet de ouders informeren over de schoolvrije dagen waarop kindercentrum-overstijgende opvang plaats zal vinden en de vormgeving hiervan. Ouders hoeven hier niet apart schriftelijke toestemming voor te geven.
Buitenschoolse opvang op een niet-geregistreerde locatie
In de praktijk komt het voor dat houders in de zomervakantie de buitenschoolse opvang willen organiseren op een andere locatie dan een geregistreerd kindercentrum. Bijvoorbeeld in een scoutinggebouw, sportpark of op een camping.
Kindercentrum-overstijgende opvang is alleen toegestaan op een geregistreerde locatie van de houder. De regelgeving biedt geen ruimte voor structurele opvang op een niet-geregistreerde locatie. Dat betekent niet dat er helemaal geen mogelijkheden zijn. Het is wel mogelijk om een activiteitenaanbod te doen buiten het kindercentrum.
Activiteiten buiten het kindercentrum
Kinderen in de buitenschoolse opvang worden normaalgesproken opgevangen in een vaste groep op het kindercentrum, de basisgroep. Er zijn situaties dat kinderen voor activiteiten de basisgroep verlaten. Dit kunnen ook activiteiten zijn buiten het kindercentrum, bijvoorbeeld een zomerkamp of vakantieprogramma.
Hiervoor zijn een aantal voorwaarden:
- De houder heeft in het pedagogisch beleidsplan goed het activiteitenaanbod beschreven. Hierbij beschrijft de houder ook concreet de aard en de organisatie van de activiteiten waarbij kinderen de basisgroep kunnen verlaten;
- De houder zorgt hierbij dat het doel van de eisen dat de opvang duidelijk, voorspelbaar en vertrouwd is, niet in het gedrang komt.
- De inzet van personeel mag bij het verlaten van het kindercentrum niet lager zijn dan het totaal aantal medewerkers dat minimaal op de eigen locatie had moeten worden ingezet.
- De binnen- en/of buitenruimten waar de kinderen worden opgevangen zijn veilig, toegankelijk en passend ingericht voor het aantal en de leeftijd van de kinderen. Dit geldt ook voor de ruimtes buiten het kindercentrum, waarbij ruimten en inrichting passend zijn bij de aard van de activiteiten. De houder heeft de risico’s en de maatregelen beschreven in het veiligheids- en gezondheidsbeleid
Als de houder de opvang duidelijk organiseert als incidentele, recreatieve activiteit dan past dit binnen de kaders van de Wko. Bijvoorbeeld een beperkt activiteitenaanbod in de zomervakantie, waarbij een paar dagen op een andere locatie een activiteitenprogramma is. De houder moet goed kunnen onderbouwen waarom hier sprake is van een activiteit en niet van reguliere opvang. Of ouders bij deze activiteiten kinderen direct kunnen brengen of ophalen, hangt onder andere af van afspraken met ouders, de afstand van de plek waar de activiteit plaatsvindt ten opzichte van het kindercentrum, en de vervoersmogelijkheden van ouders en kinderen.
Zomeropvang op een kinderdagverblijf
Bovenstaande regels gelden alleen voor buitenschoolse opvang. Bij dagopvang is kindercentrum-overstijgende opvang op grond van dezelfde overeenkomst niet toegestaan. Wel staat het ouders in de dagopvang vrij om hun kind op meerdere kinderdagverblijven te plaatsen. Hiervoor sluiten zij aparte overeenkomsten per kindercentrum af.
Toezicht op de verschillende vormen van zomeropvang
De GGD houdt ook tijdens de zomervakantie toezicht op de naleving van de kwaliteitseisen. Dat kan op verschillende manieren. Het is wenselijk als organisaties de GGD en/of gemeente op de hoogte stellen van afwijkende plannen voor de vakantieopvang. De toezichthouder is dan op de hoogte als signalen of vragen komen van ouders of omwonenden. Ook kan de toezichthouder de informatie gebruiken om te bepalen welk toezicht passend is. Het kan zijn dat de toezichthouder een onderzoek uitvoert.
De toezichthouder kan de vakantieopvang beoordelen in een regulier, jaarlijks onderzoek. Ook kan er aanleiding zijn voor een incidenteel onderzoek, op de geregistreerde locatie of op de plek van het activiteitenaanbod.
Als blijkt dat de kinderopvangorganisatie zich niet aan de regels houdt, dan stelt de toezichthouder een overtreding vast. De toezichthouder beoordeelt en beschrijft hierbij alle omstandigheden. Bijvoorbeeld of ouders op de hoogte zijn, en of de situatie wel of geen risico’s met zich meebrengt. Afhankelijk van de situatie kan de gemeente besluiten of handhaving nodig is.
Deze vraag is gerelateerd aan de FAQ: Kunnen kinderen kindercentrum-overstijgend worden opvangen op een geregistreerde locatie van een andere houder?