Dag Cassandra,
Bedankt voor je antwoord, helder, kan ik verder mee!
Met vriendelijke groet,
Alexander Geraedts
Toezichthouder Kinderopvang
[cid:image001.jpg@01D913B2.CE8ACE50]
Doornboslaan 225-227, Breda
Postbus 3024, 5003 DA Tilburg
www.ggdwestbrabant.nl
06-43457815
a.geraedts@ggdwestbrabant.nl
Aanwezig op: ma-di-wo(o)-do-vrij
[linkedin1]
[twitter1]
Van: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl
Verzonden: woensdag 14 december 2022 15:42
Aan: Geraedts, Alexander
Onderwerp: (Referentienummer:164453) vog stagiaire
Hallo Alexander
De grondslag voor de meeste personen die je noemt is 1.50 lid 3 onder d. Dwz personen met een overeenkomst met de houder anders dan een arbeidsovereenkomst. Behalve de BBLer, die heeft een arbeidsovereenkomst en valt onder c.
De ‘andere overeenkomst’ kan heel breed zijn, dat kan ook een mondelinge of een stilzwijgende overeenkomst zijn. En hoeft niet tegen betaling. Dus bijvoorbeeld stage-overeenkomst, vrijwilligersovereenkomst, overeenkomst van opdracht, mondelinge afspraak om altijd gymlessen te verzorgen, de overeenkomst met het taxibedrijf, etc etc.
In de Denklijn Personenregister Kinderopvang vind je ook informatie hierover.
is je vraag hiermee beantwoord?
hartelijke groet
Cassandra
Met vriendelijke groet,
Cassandra Verspeek
Helpdesk kinderopvang
[cid:image004.png@01D913B2.CE8ACE50]
Mobiel: 06 – 28829172
Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl
Twitter : @GGDGHORNL en @Toezicht_kov
Van: Alexander Geraedts
Datum: 2022-12-12 17:14:33
Onderwerp: vog stagiaire
Wat is eigenlijk de juridische grondslag om te eisen dat een stagiaire, BBL-er, vrijwilliger of personen die anderszins structureel op een locatie aanwezig kunnen zijn, een VOG hebben? Ik kan het eigenlijk niet lezen in artikel 1.50, 3e lid, van de Wet kinderopvang.