Versoepeling vaste gezichtencriterium en inzet BBL-er

Gesloten

Beste,

Bij een kinderdagverblijf zie ik in het rooster dat een BBL-er (opent samen en staat daarna alleen) is ingezet vanwege ziekte en vakantie van de vaste gezichten. In het pedagogisch werkplan van de locatie staan de kaders duidelijk beschreven:

Afwijken van het vaste gezichten criterium
Alleen als het echt niet anders kan en er geen ander vast gezicht ter vervanging beschikbaar is maken wij gebruik van de mogelijkheid om een andere pedagogisch medewerker in te zetten. Deze omstandigheden doen zich voor op het moment dat het vaste gezicht ziek is, verlof heeft of op vakantie is.
Het uitgangspunt is het borgen van de sociaal- emotionele veiligheid van het kind door de inzet van een vertrouwd gezicht bij de vervanging van het vaste gezicht.
De stappen die we hierbij achtereenvolgens zetten zijn:
1. Een ander vast gezicht van de stamgroep inzetten;
2. Een andere pedagogisch medewerker van de stamgroep inzetten;
3. Een pedagogisch medewerker van de aangrenzende stamgroep inzetten;
4. Een andere pedagogisch medewerker van de locatie inzetten;
5. Een vaste invalkracht inzetten;
6. Een andere invalkracht inzetten.
De inzet van deze andere pedagogisch medewerker kan voor de maximale duur van 4 weken.
Bij 4 vaste gezichten op een stamgroep wijken wij niet af van het vaste gezichten criterium.
Bij de inzet van een andere pedagogisch medewerker, als zijnde het vaste gezicht, wordt deze pedagogisch medewerker uitgebreid geïnformeerd door de locatiemanager en/of de overige vaste gezichten van de stamgroep. De mate van informeren is toegespitst op de mate van bekendheid, kennis en ervaring van de andere pedagogisch medewerker met de locatie.
Hierdoor kan de andere pedagogisch medewerker inspelen op de behoeften van de kinderen en de ouders. Zo borgen we de sociaal-emotionele veiligheid en de stabiliteit. De ouders worden over de inzet van de andere pedagogisch medewerker geïnformeerd. Zo is de situatie voor het kind en ouders voorspelbaar en daardoor vertrouwd en veilig.
Wanneer een andere pedagogisch medewerker dan het vaste gezicht wordt ingezet, houden we rekening met de emotionele veiligheid van het kind en zorgen we dat zowel baby’s, dreumesen en peuters worden voorzien in hun behoeften.
De stabiliteit borgen we door de stamgroep zelf intact te houden. De groepssamenstelling wijzigt niet en het dagritme van de groep wordt aangehouden. De vertrouwde omgeving draagt bij aan deze stabiliteit.

In de denklijn en in de flyer van de overheid lees ik beroepskracht. Concludeer ik daaruit juist dat de inzet van deze BBL-er als vast gezicht tijdens ziekte, niet voldoet aan de gestelde eisen?

Met vriendelijke groet,

Anne

Antwoorden

Renate

08-07-20232:54 pm

Hallo Anne,

Ik begrijp de verwarring.

Voorheen werd rondom de âvaste beroepskrachtâ ook wel gesproken over âhet vaste gezichten criteriumâ.
In de denklijn en de flyer is ervoor gekozen om dezelfde term aan te houden als in het besluit wordt gebruikt, namelijk âvaste beroepskracht van het kindâ in plaats van âvast gezichtâ.

Hoewel een BBL-er onder voorwaarden formatief mag worden ingezet, mag een BBL-er niet worden ingezet als vaste beroepskracht .
Wel kan een BBL-er de tijdelijke vervanger van een vaste beroepskracht zijn, waarbij er voldaan moet zijn aan de voorwaarden van Artikel 9a.
​​​​In dit artikel is o.a. geregeld dat er in het pedagogisch beleidsplan een concrete beschrijving dient te zijn opgenomen van de wijze waarop bij toepassing van artikel 9a (https://wetten.overheid.nl/BWBR0039936/2023-07-01/0#Hoofdstuk2_Paragraaf1_Artikel9a) de emotionele veiligheid van en stabiliteit voor de betreffende kinderen wordt geborgd.

Bij de door jou meegezonden tekst kan een toezichthouder daar aanvullende vragen bij stellen, want:

o Er staat beschreven dat het uitgangspunt het borgen van de sociaal- emotionele veiligheid van het kind is, door de inzet van een vertrouwd gezicht bij de vervanging van het vaste gezicht. Maar hoe kan dat als het ook mogelijk is om een andere invalkracht (punt 6 in het pedagogisch beleid) in te zetten dan de vaste invalkracht? Hoe wordt er zorg voor gedragen dat die persoon dan een vertrouwd gezicht is? En hoe wordt er rekening gehouden met de emotionele veiligheid van het kind als het een onbekende invalkracht zou kunnen betreffen bij punt 6?
o Er staat beschreven dat de stabiliteit wordt geborgd door het intact houden van de stamgroep. Maar wat als er, naast de beroepskracht, ook meerdere kinderen van de stamgroep ziek zijn?
o Hoe wordt in het personeelsbeleid en de roostering rekening gehouden met het (onder normale omstandigheden) kunnen opvangen van afwezigheid door vakantie, verlof of ziekte? Heeft de houder voldoende personeel?
o Blijkbaar zet de houder een BBL-er in als vervanger van een vaste beroepskracht. Waarom heeft de houder niet in het pedagogisch beleidsplan opgenomen dat beroepskrachten in opleiding als vervanger van een vast gezicht worden ingeroosterd?
o Is deze BBL-er wel een vertrouwd gezicht voor de kinderen, of betreft het een BBL-er van een andere stamgroep of locatie?
o Etc.
Zie ook de overige voorbeeldvragen onder 3.2 in de denklijn âToezicht op de inzet van vaste beroepskrachtenâ. Het is raadzaam om met de houder een gesprek te voeren over het beleid rondom het afwijken van de vaste beroepskrachten.
Daarna kan de toezichthouder zich een goed en beter beeld vormen over het bieden van verantwoorde kinderopvang op dit punt.

Heb ik je vraag zo voldoende beantwoord?

Met vriendelijke groet,

Renate van Lith

Helpdesk kinderopvang

Mobiel: 06-81343811

Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl (http://helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl)

Twitter : @GGDGHORNL (https://twitter.com/GGDGHORNL)

> Van: Anne Merkus
>Datum: 2023-08-04 11:47:53
>Onderwerp: Versoepeling vaste gezichtencriterium en inzet BBL-er
> Beste,
>
>Bij een kinderdagverblijf zie ik in het rooster dat een BBL-er (opent samen en staat daarna alleen) is ingezet vanwege ziekte en vakantie van de vaste gezichten. In het pedagogisch werkplan van de locatie staan de kaders duidelijk beschreven:
>
>Afwijken van het vaste gezichten criterium
>Alleen als het echt niet anders kan en er geen ander vast gezicht ter vervanging beschikbaar is maken wij gebruik van de mogelijkheid om een andere pedagogisch medewerker in te zetten. Deze omstandigheden doen zich voor op het moment dat het vaste gezicht ziek is, verlof heeft of op vakantie is.
>Het uitgangspunt is het borgen van de sociaal- emotionele veiligheid van het kind door de inzet van een vertrouwd gezicht bij de vervanging van het vaste gezicht.
>De stappen die we hierbij achtereenvolgens zetten zijn:
>1. Een ander vast gezicht van de stamgroep inzetten;
>2. Een andere pedagogisch medewerker van de stamgroep inzetten;
>3. Een pedagogisch medewerker van de aangrenzende stamgroep inzetten;
>4. Een andere pedagogisch medewerker van de locatie inzetten;
>5. Een vaste invalkracht inzetten;
>6. Een andere invalkracht inzetten.
>De inzet van deze andere pedagogisch medewerker kan voor de maximale duur van 4 weken.
>Bij 4 vaste gezichten op een stamgroep wijken wij niet af van het vaste gezichten criterium.
>Bij de inzet van een andere pedagogisch medewerker, als zijnde het vaste gezicht, wordt deze pedagogisch medewerker uitgebreid geïnformeerd door de locatiemanager en/of de overige vaste gezichten van de stamgroep. De mate van informeren is toegespitst op de mate van bekendheid, kennis en ervaring van de andere pedagogisch medewerker met de locatie.
>Hierdoor kan de andere pedagogisch medewerker inspelen op de behoeften van de kinderen en de ouders. Zo borgen we de sociaal-emotionele veiligheid en de stabiliteit. De ouders worden over de inzet van de andere pedagogisch medewerker geïnformeerd. Zo is de situatie voor het kind en ouders voorspelbaar en daardoor vertrouwd en veilig.
>Wanneer een andere pedagogisch medewerker dan het vaste gezicht wordt ingezet, houden we rekening met de emotionele veiligheid van het kind en zorgen we dat zowel babyâs, dreumesen en peuters worden voorzien in hun behoeften.
>De stabiliteit borgen we door de stamgroep zelf intact te houden. De groepssamenstelling wijzigt niet en het dagritme van de groep wordt aangehouden. De vertrouwde omgeving draagt bij aan deze stabiliteit.
>
>In de denklijn en in de flyer van de overheid lees ik beroepskracht. Concludeer ik daaruit juist dat de inzet van deze BBL-er als vast gezicht tijdens ziekte, niet voldoet aan de gestelde eisen?
>
>Met vriendelijke groet,
>
>Anne

Renate

08-07-20232:05 pm

Anne Merkus

08-08-20239:33 am

Beste Renate,

Bedankt voor het uitgebreide antwoord. Zo kan ik weer verder. Ik ga een herstelaanbod voorleggen m.b.t. het beleid.

Met vriendelijke groet,

Anne

Anne Merkus

08-08-20239:34 am

Beste Renate,

Bedankt voor het uitgebreide antwoord. Zo kan ik weer verder. Ik ga een herstelaanbod voorleggen m.b.t. het beleid.

Met vriendelijke groet,

Anne

Renate

08-08-20239:10 am

Hallo Anne,

Graag gedaan.

Ik zal de vraag hierbij sluiten.

Met vriendelijke groet,

Renate van Lith

Helpdesk kinderopvang

Mobiel: 06-81343811

Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl (http://helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl)

Twitter : @GGDGHORNL (https://twitter.com/GGDGHORNL)

> Van: Anne Merkus
>Datum: 2023-08-08 09:24:34
>Onderwerp: Versoepeling vaste gezichtencriterium en inzet BBL-er
> Beste Renate,
>
>Bedankt voor het uitgebreide antwoord. Zo kan ik weer verder. Ik ga een herstelaanbod voorleggen m.b.t. het beleid.
>
>Met vriendelijke groet,
>
>Anne