Hallo Renate,
Ja, hij staat er weer tussen. Dankjewel.
Met vriendelijke groet,
Corina Visser
Toezichthouder Kinderopvang
T: 0651608172
[GGD Logo]
GGD Gelderland-Zuid
Postbus 1120 | 6501 BC Nijmegen
T (088) 144 72 97
www.ggdgelderlandzuid.nl
Van: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl
Verzonden: woensdag 4 oktober 2023 13:57
Aan: Corina Visser
Onderwerp: (Referentienummer:165454) VE peutergroep in aula school
Hallo Corina,
Goed dat je het even stuurt, want deze FAQ is toevallig deze week geëvalueerd. Daarbij kijken we even na of alles in de FAQ nog klopt, wat in dit geval zo is. Hij staat er inmiddels dan ook alweer tussen en als het goed is moet je hem nu weer kunnen vinden.
Laat je het weten als dat niet zo is?
Met vriendelijke groet,
Renate van Lith
Helpdesk kinderopvang
[cid:image002.png@01D9FB56.23F33180]
Mobiel: 06-81343811
Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl
Twitter : @GGDGHORNL
Van: Corina Visser >
Datum: 04/10/2023 13:00
Aan: “helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl” >
Onderwerp: RE: (Referentienummer:165454) VE peutergroep in aula school
Hallo Renate,
Bedankt voor het uitgebreide antwoord. De peutergroep moet uit het huidige lokaal i.v.m. dat de school daar gebruik van wil maken.
Ik kan de volgende FAQ niet vinden op kennisnet: FAQ ‘Hoe beoordeel ik bij dagopvang of een groepsruimte afzonderlijk is bij een groepsruimte met halve deuren of muren?’
Of kijk ik niet goed?
Van welke datum is deze uitspraak?
Met vriendelijke groet,
Corina Visser
Toezichthouder Kinderopvang
T: 0651608172
[GGD Logo]
GGD Gelderland-Zuid
Postbus 1120 | 6501 BC Nijmegen
T (088) 144 72 97
www.ggdgelderlandzuid.nl
Van: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl >
Verzonden: maandag 18 september 2023 17:56
Aan: Corina Visser >
Onderwerp: (Referentienummer:165454) VE peutergroep in aula school
Halo Corina,
Er zijn 2 FAQ’s die jou hierbij mogelijk op weg zouden kunnen helpen, doordat daarin voor deze casus zinvolle informatie te vinden is. Als eerste de FAQ: ‘Mag de gang als binnenspeelruimte worden meegerekend?’
De onderstaande informatie is daaruit afkomstig en zal ik hier en daar proberen aan te vullen met informatie die aansluit op jouw specifieke casus.
Elk gebouw waarin kinderopvang is gehuisvest moet (indien meer dan 10 kinderen) beschikken over een omgevingsvergunning met plattegrond. Vanuit het verleden kan ook sprake zijn van een plattegrond behorende bij de ‘gebruiksvergunning’. Deze worden doorgaans voor exploitatie afgegeven. Het is lang niet altijd duidelijk of bij vaststelling daarvan rekening is gehouden met het werkelijk aantal kinderen dat wordt opgevangen en waar (in een verblijfsruimte of een verkeersruimte-) de kinderen zullen worden opgevangen.
Ik vraag me bij jouw beschreven casus af: Verandert het aantal kindplaatsen bij de houder die je beschrijft, zodra zij intern zijn verhuisd? Of zou dat in de toekomst mogelijk een rol kunnen spelen? Bijvoorbeeld wanneer de binnenspeelruimte meer M² zal gaan krijgen na de interne verhuizing en zij de groep daardoor in de toekomst kunnen uitbreiden? Of wellicht dat er door het plaatsen van extra schotten zelfs twee groepen van kunnen worden gemaakt?
De toezichthouder is veelal niet op de hoogte van de geldende normen op basis van de bouwregelgeving. Ook zijn uitbreidingen (of verhuizingen) in het kindercentrum soms niet besproken met degenen die over bouwregelgeving gaan. Dit brengt het risico met zich mee dat het advies (of de beoordeling) van de toezichthouder over het gebruik van een ruimte of het aantal kindplaatsen feitelijk tegen de geldende regels voor verblijf van personen ingaat. Bijvoorbeeld als kinderen worden geplaatst in een verkeersruimte, die als vluchtgang is aangemerkt en niet geschikt is als opvangruimte. Geldt dat in deze situatie ook? Lopen er vluchtroutes door de aula? Betreft het een verkeersruimte?
Daarnaast is het nog mogelijk dat de bouwregelgeving vereist dat voor de ruimte waar de kinderen (op grond van de Wet kinderopvang) structureel worden opgevangen, als verblijfsruimte aangemerkt moet zijn. Wij beoordelen in beginsel de aard van de ruimte niet, maar vormen wel een beeld of sprake is van beschikbare ruimte voor opvang.
Het advies is om bij twijfel met de gemeente te overleggen, als de houder niet aan de hand van een actuele en correcte plattegrond kan aantonen dat de ruimte geschikt is voor langdurig verblijf voor kinderen.
Samenvattend:
De regelgeving kinderopvang en die van het bouwbesluit sluit niet (altijd) naadloos op elkaar aan en er wordt een groot gewicht toegekend aan het oordeel van de toezichthouder over het aantal kindplaatsen dat wordt toegekend en/of (vervolgens) kan worden geëxploiteerd.
Als de houder met een recente plattegrond kan aantonen dat de beoogde opvangruimte de bestemming verblijfsruimte heeft, als het aantal vierkante meters op de plattegrond klopt met het gewenste aantal kindplaatsen én overeenkomt met de bevinding van de toezichthouder, zal er geen discussie zijn en kan je uitgaan van de gegevens op de bouwtekening of de tekening bij de omgevingsvergunning (indien die voldoende gegevens bevat).
In andere gevallen en vooral bij twijfel is het aan te raden met de gemeente te overleggen over de beoogde opvangplek van kinderen en daar de vraag te leggen of het meerekenen van een gang (of in dit geval een deel van de aula), naar het oordeel van de afdeling die gaat over bouwzaken in de gemeente, geen beletsel is en dit zo nodig te verantwoorden in je rapport.
Ik kan me overigens goed voorstellen dat je je zorgen maakt over het geluid. Wat is eigenlijk de reden van de beoogde verhuizing? Is dit uit praktische overwegingen of doordat dit een wens is van de school of de gemeente? Is de verhuizing van toegevoegde waarde voor de opvang van de kinderen? Ik heb daar wel mijn twijfels bij, als ik jouw vraag lees, en vraag af waarom deze keuze wordt gemaakt.
Mede ook doordat er eerder al jurisprudentie is geweest over halve muren, waaruit bleek dat het in die situatie terecht niet was toegestaan. Kijk voor meer informatie hierover in de FAQ ‘Hoe beoordeel ik bij dagopvang of een groepsruimte afzonderlijk is bij een groepsruimte met halve deuren of muren?’
Daarin is ook te lezen dat:
‘De toezichthouder moet beoordelen en de houder moet aantonen of sprake is van een afzonderlijke vaste ruimte. Gezien de regeltekst moet de groepsruimte gelegenheid bieden dat de basisgroep er ‘afgezonderd’ kan verblijven en dat er sprake is van een en dezelfde ruimte. Per situatie kan verschillen of daaraan wordt voldaan. Een halve deur of een niet volledig tot het plafond opgetrokken muur in een verder volledig ter beschikking staande omgeving hoeft niet een belemmering te zijn om te spreken van een afzonderlijke ruimte. Anderzijds kan een ruimte waar bijvoorbeeld permanent geluidoverlast is van een naastgelegen ruimte mogelijk wel worden gezien als niet afzonderlijk. Gezien de overige kwaliteitseisen die gesteld worden aan o.a. stabiliteit, groepsgrootte en de invulling van de pedagogische doelstellingen, moet de afzonderlijkheid van de ruimte op zijn minst ondersteunend zijn aan het behalen van de overige doelen.’
Kortom: De toezichthouder zal een gedegen afweging moeten maken van factoren die meespelen bij het beoordelen van een ruimte. Je gaf aan dat de houder op het moment ‘van plan’ is om te gaan verhuizen en dat bij het jaarlijks onderzoek al is gekeken naar de situatie. Wat je zou kunnen doen is, dat als de houder daadwerkelijk van plan is om deze verhuizing te willen gaan realiseren, hier een apart incidenteel onderzoek bij uit te voeren. Dit zou kunnen worden overlegd wanneer er contact wordt opgenomen met de gemeente om deze situatie te overleggen.
Hopelijk heb ik je hiermee verder kunnen helpen.
Met vriendelijke groet,
Renate van Lith
Helpdesk kinderopvang
[cid:image002.png@01D9FB56.23F33180]
Mobiel: 06-81343811
Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl
Twitter : @GGDGHORNL
Van: Corina Visser
Datum: 2023-09-13 16:15:51
Onderwerp: VE peutergroep in aula school
Goedemiddag,
Onderstaande situatie ben ik tegengekomen en ik ben benieuwd hoe jullie erover denken:
Een peuteropvang met VE is van plan intern te verhuizen van een lokaal naar de aula in de basisschool. Tijdens het jaarlijks onderzoek heb ik o.a. gekeken naar de ruimte waar ze nu naartoe willen. Het plan van de organisatie als volgt:
– Een gedeelte van de aula wordt middels verrijdbare schotten (ter hoogte van een volwassene, een volwassene zou er nog overheen kunnen kijken) afgeschermd.
– Het is aan de zijkant van de aula, aan deze kant zitten grote ramen en een deur naar buiten.
– Er komt een deur in de schotten, dit wordt de ingang.
– Aan één gedeelte zit een podium met een opstapje. De houder geeft aan deze af te willen schermen middels kasten. Het podium zelf is afgeschermd met een gordijn.
– De houder geeft aan dat de schotten blijven staan. Er kunnen werkjes e.d. opgehangen worden. Indien de school een activiteit heeft, kunnen de schotten wel verreden worden maar ten tijde van de openingstijden van de opvang blijven de schotten staan.
– De aula wordt ook gebruikt door anderen. Toen ik er was kregen er een aantal kinderen bijles en speelden er kleuters op het ‘leerplein’. Dit was luidruchtig. De houder en de directeur van de basisschool geven aan dat doordat het peuterlokaal weer vrijkomt voor de kleuters, het leerplein rustiger zal zijn, de kleuters hebben dan meer ruimte in hun eigen lokalen. Er zullen wel kinderen blijven spelen in de aula op het ‘leerplein’ werd tegen mij gezegd, maar op gedempte toon en in kleine groepjes. Voor de bijles komt er een kamer boven vrij gaf de directeur aan.
Ik heb een plattegrond en ook foto’s gemaakt, ik kan deze toesturen als jullie dit handig vinden.
Mijn vraag is, mag dit/is dit verantwoord? Ik maak me met name zorgen over het geluid, aangezien het wel de bedoeling is dat de aula gebruikt blijft worden door spelende kleuters. Alhoewel de houder aangeeft dat de situatie wel rustiger zal zijn dan toen wanneer ik er was.
Ik hoor graag van jullie.
Groet, Corina