Goedemiddag,
In de FAQ over opvang in een tweede stam- of basisgroep staat dat ouders dat moeten kunnen weigeren. Hoe zit dat met opvang op een andere locatie, moeten ouders dat ook kunnen weigeren?
Een houder in onze regio geeft in een reglement dat hoort bij het plaatsingscontract aan dat zij tijdens vakanties opvang “op andere plaatsen dan de reguliere BSO aan te bieden.”. Door het tekenen van het contract gaan ouders hier (al dan niet bewust) automatisch mee akkoord, zij lijken niet de optie te hebben om dit te weigeren op het moment dat ze kiezen voor buitenschoolse opvang bij deze organisatie. Mag dat? Of moet er echt sprake van zijn dat dit is opgenomen in het contract of een addendum?
En de volgende vraag, mag een houder dit zo algemeen vastleggen, dus zonder te specificeren op welke andere locatie de opvang dan plaats zal vinden?
Met vriendelijke groet,
Madelon Groenveld
Toezichthouder Kinderopvang, afdeling Toezicht op de Kinderopvang
(070)3537224/06-10969729
werkdagen: maandag, dinsdag, donderdag
[cid:image002.png@01DA2C49.85F87BA0]
Postbus 16130
2500 BC Den Haag
www.ggdhaaglanden.nl
Op de hoogte blijven van het laatste nieuws en veranderingen? https://www.ggdhaaglanden.nl/inspecties/inspectie-kinderopvang.htm
Wanneer u een e-mail verwacht van de afdeling toezicht GGD Haaglanden, maar niet lijkt te hebben ontvangen, wilt u dan in uw ongewenste e-mail kijken of de e-mail daar per abuis terecht is gekomen.
Opvang op basis van een schriftelijke overeenkomst
Laatste wijziging 2023-01-25
Geef hier uw waardering op
– [cid:image001.png@01DA2C41.F621FD50]
Vraag
Hoe is de opvang contractueel geregeld en wat is nodig bij opvang op een ander kindercentrum?
Antwoord
De Wet kinderopvang bepaalt dat kinderopvang moet plaatsvinden op basis van een schriftelijke overeenkomst tussen de houder van een kindercentrum en de ouder. De houder van een kindercentrum moet op elke geregistreerd kindercentrum verantwoorde kinderopvang bieden.
Voor ouders moet vooraf helder zijn in welke situaties en/of wanneer hun kind op welk kindercentrum wordt opgevangen. Dat komen de houder en ouders met het aanbieden van kinderopvang contractueel overeen.
Ouders hebben een overeenkomst met de houder voor opvang van hun kind bij een specifiek kindercentrum voor dagopvang of buitenschoolse opvang. Bij opvang op een ander kindercentrum zonder contractuele basis zijn niet alleen de verantwoordelijkheidstoedeling en de stabiliteit onvoldoende gewaarborgd, ook hebben ouders vooraf geen mogelijkheid om weloverwogen akkoord te gaan met de opvang op een ander kindercentrum.
Indien opvang van een kind op een ander kindercentrum plaatsvindt, hoeven houders niet een geheel nieuwe overeenkomst met ouders af te sluiten. Dit kan ook in de bestaande overeenkomst geregeld worden. Wanneer de ouder met de houder in een aparte overeenkomst of met een addendum in de bestaande overeenkomst vastlegt dat de opvang van het kind gedurende schoolweken op geregistreerd kindercentrum A is en in de schoolvakanties op geregistreerd kindercentrum B, dan voldoet de houder aan de wet. De overeenkomsten moeten conform de regelgeving ook in de administratie van het betreffende kindercentrum zijn opgenomen. In de praktijk kan het voorkomen dat een houder zowel de opvang op een kindercentrum, de vakantie opvang op een ander kindercentrum als de plaatsing in een andere stam- of basisgroep binnen hetzelfde kindercentrum in eenzelfde document regelt. Het onderscheid hiertussen moet helder naar voren komen.
In de Wet kinderopvang is geen (vorm)vereisten opgenomen voor een overeenkomst. Wel stelt artikel 11 lid 2 onder f Regeling Wet kinderopvang een aantal voorwaarden waaraan een overeenkomst dient te voldoen.
Regelgeving
Artikel 1.52 Wet kinderopvang: Kinderopvang geschiedt op basis van een schriftelijke overeenkomst tussen de houder van een kindercentrum of van een gastouderbureau en de ouder.
Artikel 11 lid 2 onder f Regeling Wet kinderopvang
Deze FAQ is afgestemd met VNG d.d. 8-12-2020
Welke aandachtspunten zijn er bij schriftelijke toestemming voor opvang in een tweede stam- of basisgroep?
Laatste wijziging 2023-07-17
Geef hier uw waardering op
– [cid:image001.png@01DA2C41.F621FD50]
Vraag
Welke aandachtspunten zijn er bij schriftelijke toestemming voor opvang in een tweede stam- of basisgroep?
Antwoord
Het uitgangspunt van de wet is opvang van het kind in één stam- of basisgroep. Daarop is het Besluit kwaliteit kinderopvang de uitzondering gemaakt met de regel dat een kind met vooraf gegeven toestemming van de ouder voor een -overeengekomen- periode in één andere dan de eigen stam- of basisgroep opgevangen kan worden. Die periode kan een dagdeel, dag, een periodiek moment of bepaalde dagen zijn, mits vooraf duidelijk is wanneer dit plaatsvindt en waarmee de ouder van het kind dus instemt.
Het blijft daarmee voor ouder en kind duidelijk wanneer en in welke stam– of basisgroep het kind wordt of zal worden opgevangen. De opvang moet dan ook plaatsvinden in die specifieke andere stamgroep. De toestemming van de ouder is een keus, de ouder stemt daarmee vooraf schriftelijk in. Dit kan bijvoorbeeld ook met een ouderapp, mits de keuzevrijheid van de ouder daarmee is geborgd en de keus vooraf plaatsvindt. Het moet mogelijk zijn dat de ouder de plaatsing van het kind in een andere stam- of basisgroep weigert. De regel is onderdeel van het artikel dat stabiliteit voor de opvang regelt.
Een clausule in de schriftelijke overeenkomst of in algemene voorwaarden waarin geregeld is dat ouders voor een ongedefinieerde of voor de gehele opvangperiode ‘blanco’ toestemming geven voor opvang van hun kind op willekeurige momenten in een tweede stam-of basisgroep, voldoet niet.
Zie ook de rechterlijke uitspraak van 2 juni 2017. Hierin oordeelt de rechter aan de hand van de totstandkomingsgeschiedenis van dit voorschrift dat voor de ouders vooraf duidelijk moet zijn wat de situatie is en hoelang deze zal duren.
Als plaatsing in een 2e stam-/basisgroep niet op juiste wijze is geregeld is dat een overtreding van art. 9 lid 1 of 18 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang (item 3.5.1.). Artikel 9 lid 9 (of 18 lid 4) is namelijk een uitzondering op lid 1 van het artikel dat stabiliteit regelt. Als de houder niet voldoet aan de voorwaarden voor de uitzondering, overtreedt hij daardoor artikel 9 lid 1 van het Besluit kwaliteit kinderopvang (een kind wordt opgevangen in één stamgroep). De houder overtreedt namelijk niet de voorwaarde die de uitzondering regelt.
Wet- en regelgeving
Artikel 9 lid 1 en 9 en artikel 18 lid 1 en 4 Besluit Kwaliteit kinderopvang
Jurisprudentie
Rechtbank Amsterdam 2 juni 2017, (ECLI:NL:RBAMS:2017:3878
Toelichting:
Met name rechtsoverweging 5.2: “De rechtbank volgt eiseres niet in haar uitleg van artikel 5, dertiende lid, van de Regeling. (…) Hierin staat duidelijk dat de houder en ouder de periode waarin een kind in een andere stamgroep wordt opgevangen overeengekomen moeten zijn. Verder blijkt uit de totstandkomingsgeschiedenis van deze bepaling dat de reden dat bepaald is dat vooraf toestemming gegeven moet worden, is dat voor de ouders vooraf duidelijk moet zijn wat de situatie is en hoelang deze zal duren. De door eiseres gevoerde praktijk waarin ouders van tevoren blanco toestemming geven op schrift, die eiseres vervolgens inzet op vooraf onbekende incidentele dagen, verdraagt zich niet met het vereiste dat ouders een bepaalde periode moeten zijn overeengekomen. Zij weten hierdoor immers niet vooraf hoelang de situatie zal duren.”
De disclaimer van toepassing op e-mail van de gemeente Den Haag vindt u op: https://www.denhaag.nl/disclaimer
Dit bericht is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Het bericht kan vertrouwelijke informatie bevatten. Als u dit bericht per abuis hebt ontvangen, wordt u verzocht het te vernietigen en de afzender te informeren. GGD GHOR Nederland is niet aansprakelijk voor onjuiste en onvolledige overbrenging van de inhoud van een verzonden e-mail bericht, of een te late ontvangst daarvan.