MOA gastouder

Gesloten

Met vriendelijke groet,
Pauline el Khoury
Landelijk Centrum Toezicht Kinderopvang
[cid:image002.png@01DA4D0B.EC6A4F20]
Zwarte Woud 2
E-mail
: pelkhoury@ggdghor.nl
3524 SJ Utrecht
Website
: www.ggdghor.nl
Mobiel: 06-36483490
X (Twitter)
: @GGDGHORNL
Werkdagen
: ma, di, do, vrij
Lezen over het werk van de GGD’en en GHOR? Ga naar DaaromGGD!
[cid:image003.jpg@01DA4D0B.EC6A4F20]

Van: Verspeek, Cassandra
Verzonden: woensdag 17 januari 2024 10:52
Aan: Khoury el–Verscheijden, Pauline
Onderwerp: Vraag over MOA gastouder

Hoi Pauline
Ik kreeg deze vraag in de mail.
Wil jij hem beantwoorden?
Met vriendelijke groet,

Cassandra Verspeek

Begin doorgestuurd bericht:
Van: Lenneke Bootsma >
Datum: 16 januari 2024 om 17:51:34 CET
Aan: “Verspeek, Cassandra” >
Onderwerp: FW: (Referentienummer:165308) combigroep dagopvang en basisschool

U ontvangt niet vaak e-mail van lenneke.bootsma@ggdhaaglanden.nl. Meer informatie over waarom dit belangrijk is
Beste Cassandra,

Kan je ons adviseren over hoe wij het beste de volgende voorwaarde kunnen beoordelen?

Meld-, overleg- en aangifteplicht
De gastouder heeft kennis van de handelswijze hoe, indien het de gastouder op enigerlei wijze bekend is geworden dat de houder van het gastouderbureau zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind dat gebruik maakt van de door de houder aangeboden opvang, in contact te treden met de vertrouwensinspecteur kinderopvang en in geval van een redelijk vermoeden aangifte te doen bij een daartoe aangewezen opsporingsambtenaar.
(art 1.56b lid 1 en 1.51c lid 1 onder b en lid 2 Wet kinderopvang)

Is de houder in dit geval ook de bemiddelingsmedewerker?

En nog een vraag hierover; in de wet lees ik (volgens mij) dat een gastouder ook verantwoordelijkheden heeft mbt meldplicht betreffende huisgenoten/ andere gastouders.

Artikel 1.51b lid 3:
Indien een bij de onderneming van de houder van een kindercentrum of gastouderbureau werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat een ander ten behoeve van de onderneming van die houder werkzaam persoon, een gastouder of een persoon van 18 jaar of ouder als bedoeld in artikel 1.56b, derde lid, zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf als bedoeld in het eerste lid jegens een kind van een ouder die gebruik maakt van de door de houder van een kindercentrum of gastouderbureau geboden kinderopvang, stelt hij de houder van dat kindercentrum of van dat gastouderbureau daarvan onverwijld in kennis.

Maar dat zie ik dan weer niet terug in de voorwaarde. Of zie ik dat verkeerd?

Met vriendelijke groet,

Lenneke Bootsma

Toezichthouder,
Afdeling Toezicht (kinderopvang) GGD Haaglanden
06 228 782 78
Werkdagen: maandagochtend, dinsdag, woensdag, donderdag

Afdeling Toezicht (kinderopvang) algemeen
E: toezichtkinderopvang@ggdhaaglanden.nl
T: 070 353 72 24

[cid:image001.png@01DA48A4.9C519680]

Postbus 16130
2500 BC Den Haag
088 355 01 00
www.ggdhaaglanden.nl

Gemeente Den Haag
Dienst Onderwijs Cultuur en Welzijn
Westeinde 128
2512 HE Den Haag
www.ggdhaaglanden.nl

De disclaimer van toepassing op e-mail van de gemeente Den Haag vindt u op: https://www.denhaag.nl/disclaimer

Antwoorden

Pauline

01-22-202410:29 am

Dag Lenneke en Patricia,

Van Cassandra kreeg ik jullie vraag door.

1. Is de houder in dit geval ook de bemiddelingsmedewerker?

Nee, de houder is niet de bemiddelingsmedewerker. In dit artikel wordt verwezen naar de houder als natuurlijk persoon of de directeur van een GOB. In geval de gastouder vermoedens heeft over een bemiddelingsmedewerker kan de gastouder dus in overleg treden met de VI, maar het ligt meer voor de hand dat de gastouder contact opneemt met de houder. Een gastouder kan overigens altijd in overleg treden met een vertrouwensinspecteur. Dat is wat een gastouder zeker moet weten.

2. In a rtikel 1.51b lid 3 wordt verwezen naar een bij de houder werkzaam persoon. Gastouders zijn in principe (tenzij ze in loondienst zijn) niet werkzaam bij een GOB, dus de meldplicht geldt formeel niet voor gastouders. Uiteraard is het wel professioneel als een gastouder wel meldt bij de houder indien er een vermoeden is. Dit kun je bespreken met de gastouder.
Wij zijn met SZW in gesprek hierover omdat dat waarschijnlijk niet is wat de wetgever bedoeld heeft.

Indien de houder van een GOB een vermoeden heeft dat een gastouder zich mogelijk schuldig maakt geldt de overlegplicht en aangifteplicht. Dat toets je bij het GOB.

Is dit voldoende antwoord op jullie vraag?

Groetjes, Pauline

Jullie vraag:

Kan je ons adviseren over hoe wij het beste de volgende voorwaarde kunnen beoordelen?

Meld-, overleg- en aangifteplicht

De gastouder heeft kennis van de handelswijze hoe, indien het de gastouder op enigerlei wijze bekend is geworden dat de houder van het gastouderbureau zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind dat gebruik maakt van de door de houder aangeboden opvang, in contact te treden met de vertrouwensinspecteur kinderopvang en in geval van een redelijk vermoeden aangifte te doen bij een daartoe aangewezen opsporingsambtenaar.

(art 1.56b lid 1 en 1.51c lid 1 onder b en lid 2 Wet kinderopvang)

Is de houder in dit geval ook de bemiddelingsmedewerker?

En nog een vraag hierover; in de wet lees ik (volgens mij) dat een gastouder ook verantwoordelijkheden heeft mbt meldplicht betreffende huisgenoten/ andere gastouders.

Artikel 1.51b lid 3:
Indien een bij de onderneming van de houder van een kindercentrum of gastouderbureau werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat een ander ten behoeve van de onderneming van die houder werkzaam persoon, een gastouder of een persoon van 18 jaar of ouder als bedoeld in artikel 1.56b, derde lid (https://wetten.overheid.nl/BWBR0017017/2024-01-01#Hoofdstuk1_Afdeling3_Paragraaf2_Artikel1.56b), zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf als bedoeld in het eerste lid jegens een kind van een ouder die gebruik maakt van de door de houder van een kindercentrum of gastouderbureau geboden kinderopvang, stelt hij de houder van dat kindercentrum of van dat gastouderbureau daarvan onverwijld in kennis.

Maar dat zie ik dan weer niet terug in de voorwaarde. Of zie ik dat verkeerd?

Met vriendelijke groet,

Lenneke Bootsma

Met vriendelijke groet,

Pauline Khoury elâVerscheijden

Helpdesk kinderopvang

Telefoon: 06 36483490

Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl (http://helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl)

Twitter : @GGDGHORNL (https://twitter.com/GGDGHORNL)

Cassandra Verspeek

01-29-20241:55 pm

Beste Lenneke

Ik zie dat de vraag aan de oorspronkelijke vragensteller Patricia is beantwoord.

Bij deze de reactie van Pauline op de MOA vraag gastouder.

groet

Cassandra

Met vriendelijke groet,

Cassandra Verspeek

Helpdesk kinderopvang

Mobiel: 06 – 28829172

Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl (http://helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl)

Twitter : @GGDGHORNL (https://twitter.com/GGDGHORNL)

> Van: Pauline
>Datum: 2024-01-22 10:44:29
>Aan: “Patricia van Beek” >Onderwerp: MOA gastouder
> Dag Lenneke en Patricia,
>
>
>Van Cassandra kreeg ik jullie vraag door.
>
>1. Is de houder in dit geval ook de bemiddelingsmedewerker?
>
>Nee, de houder is niet de bemiddelingsmedewerker. In dit artikel wordt verwezen naar de houder als natuurlijk persoon of de directeur van een GOB. In geval de gastouder vermoedens heeft over een bemiddelingsmedewerker kan de gastouder dus in overleg treden met de VI, maar het ligt meer voor de hand dat de gastouder contact opneemt met de houder. Een gastouder kan overigens altijd in overleg treden met een vertrouwensinspecteur. Dat is wat een gastouder zeker moet weten.
>
>2. In a rtikel 1.51b lid 3 wordt verwezen naar een bij de houder werkzaam persoon. Gastouders zijn in principe (tenzij ze in loondienst zijn) niet werkzaam bij een GOB, dus de meldplicht geldt formeel niet voor gastouders. Uiteraard is het wel professioneel als een gastouder wel meldt bij de houder indien er een vermoeden is. Dit kun je bespreken met de gastouder.
>Wij zijn met SZW in gesprek hierover omdat dat waarschijnlijk niet is wat de wetgever bedoeld heeft.
>
>
>
>Indien de houder van een GOB een vermoeden heeft dat een gastouder zich mogelijk schuldig maakt geldt de overlegplicht en aangifteplicht. Dat toets je bij het GOB.
>
>Is dit voldoende antwoord op jullie vraag?
>
>Groetjes, Pauline
>
>
>
>Jullie vraag:
>
>Kan je ons adviseren over hoe wij het beste de volgende voorwaarde kunnen beoordelen?
>
> Meld-, overleg- en aangifteplicht
>
>De gastouder heeft kennis van de handelswijze hoe, indien het de gastouder op enigerlei wijze bekend is geworden dat de houder van het gastouderbureau zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind dat gebruik maakt van de door de houder aangeboden opvang, in contact te treden met de vertrouwensinspecteur kinderopvang en in geval van een redelijk vermoeden aangifte te doen bij een daartoe aangewezen opsporingsambtenaar.
>
>(art 1.56b lid 1 en 1.51c lid 1 onder b en lid 2 Wet kinderopvang)
>
>
>
>Is de houder in dit geval ook de bemiddelingsmedewerker?
>
>
>
>En nog een vraag hierover; in de wet lees ik (volgens mij) dat een gastouder ook verantwoordelijkheden heeft mbt meldplicht betreffende huisgenoten/ andere gastouders.
>
>
>
>Artikel 1.51b lid 3:
>Indien een bij de onderneming van de houder van een kindercentrum of gastouderbureau werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat een ander ten behoeve van de onderneming van die houder werkzaam persoon, een gastouder of een persoon van 18 jaar of ouder als bedoeld in artikel 1.56b, derde lid (https://wetten.overheid.nl/BWBR0017017/2024-01-01#Hoofdstuk1_Afdeling3_Paragraaf2_Artikel1.56b), zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf als bedoeld in het eerste lid jegens een kind van een ouder die gebruik maakt van de door de houder van een kindercentrum of gastouderbureau geboden kinderopvang, stelt hij de houder van dat kindercentrum of van dat gastouderbureau daarvan onverwijld in kennis.
>
>
>
>Maar dat zie ik dan weer niet terug in de voorwaarde. Of zie ik dat verkeerd?
>
>
>
>
>
>Met vriendelijke groet,
>
>
>
>
>
>Lenneke Bootsma
>
>
>
>Met vriendelijke groet,
>
>Pauline Khoury elâVerscheijden
>
>
>Helpdesk kinderopvang
>
>
>
>
>Telefoon: 06 36483490
>
>Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl (http://helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl)
>
>
>
>Twitter : @GGDGHORNL (https://twitter.com/GGDGHORNL)
>
>
>
>
>
> Van: Khoury elâVerscheijden, Pauline
>Datum: 22/01/2024 08:21
>Aan: Helpdesk Kinderopvang
>Onderwerp: FW: Vraag over MOA gastouder
> Met vriendelijke groet,
>
>Pauline el Khoury
>Landelijk Centrum Toezicht Kinderopvang
>
>
>Zwarte Woud 2
>
>E-mail
>
>: pelkhoury @ggdghor.nl (mailto:sdeboer@ggdghor.nl)
>
>
>3524 SJ Utrecht
>
>Website
>
>: www.ggdghor.nl (http://www.ggdghor.nl/)
>
>
>Mobiel: 06-36483490
>
>X (Twitter)
>
>: @GGDGHORNL (https://twitter.com/GGDGHORNL)
>
>
> Werkdagen
>
>: ma, di, do, vrij
>
> Lezen over het werk van de GGDâen en GHOR? Ga naar DaaromGGD (https://ggdghor.nl/daarom-ggd/)!
>
> (https://ggdghor.nl/daarom-ggd/)
>
>
>
>
>
>Van: Verspeek, Cassandra
>Verzonden: woensdag 17 januari 2024 10:52
>Aan: Khoury elâVerscheijden, Pauline
>Onderwerp: Vraag over MOA gastouder
>
>
>
>
>
>
>
>Hoi Pauline
>
>Ik kreeg deze vraag in de mail.
>
>Wil jij hem beantwoorden?
>
>Met vriendelijke groet,
>
>
>
>Cassandra Verspeek
>
>
>Begin doorgestuurd bericht:
>
>>>Van: Lenneke Bootsma < lenneke.bootsma@ggdhaaglanden.nl (mailto:lenneke.bootsma@ggdhaaglanden.nl)>
>>Datum: 16 januari 2024 om 17:51:34 CET
>>Aan: “Verspeek, Cassandra” < cverspeek@ggdghor.nl (mailto:cverspeek@ggdghor.nl)>
>>Onderwerp: FW: (Referentienummer:165308) combigroep dagopvang en basisschool
>>
>>
>>>
>>
>>
>> U ontvangt niet vaak e-mail van lenneke.bootsma@ggdhaaglanden.nl (mailto:lenneke.bootsma@ggdhaaglanden.nl). Meer informatie over waarom dit belangrijk is (https://aka.ms/LearnAboutSenderIdentification)
>>
>> Beste Cassandra,
>>
>>
>>
>>Kan je ons adviseren over hoe wij het beste de volgende voorwaarde kunnen beoordelen?
>>
>>
>>
>>Meld-, overleg- en aangifteplicht
>>
>>De gastouder heeft kennis van de handelswijze hoe, indien het de gastouder op enigerlei wijze bekend is geworden dat de houder van het gastouderbureau zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind dat gebruik maakt van de door de houder aangeboden opvang, in contact te treden met de vertrouwensinspecteur kinderopvang en in geval van een redelijk vermoeden aangifte te doen bij een daartoe aangewezen opsporingsambtenaar.
>>
>>(art 1.56b lid 1 en 1.51c lid 1 onder b en lid 2 Wet kinderopvang)
>>
>>
>>
>>Is de houder in dit geval ook de bemiddelingsmedewerker?
>>
>>
>>
>>En nog een vraag hierover; in de wet lees ik (volgens mij) dat een gastouder ook verantwoordelijkheden heeft mbt meldplicht betreffende huisgenoten/ andere gastouders.
>>
>>
>>
>>Artikel 1.51b lid 3:
>>Indien een bij de onderneming van de houder van een kindercentrum of gastouderbureau werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat een ander ten behoeve van de onderneming van die houder werkzaam persoon, een gastouder of een persoon van 18 jaar of ouder als bedoeld in artikel 1.56b, derde lid (https://wetten.overheid.nl/BWBR0017017/2024-01-01#Hoofdstuk1_Afdeling3_Paragraaf2_Artikel1.56b), zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf als bedoeld in het eerste lid jegens een kind van een ouder die gebruik maakt van de door de houder van een kindercentrum of gastouderbureau geboden kinderopvang, stelt hij de houder van dat kindercentrum of van dat gastouderbureau daarvan onverwijld in kennis.
>>
>>
>>
>>Maar dat zie ik dan weer niet terug in de voorwaarde. Of zie ik dat verkeerd?
>>
>>
>>
>>
>>
>>Met vriendelijke groet,
>>
>>
>>
>>
>>
>>Lenneke Bootsma
>>
>>
>>
>>Toezichthouder,
>>
>>Afdeling Toezicht (kinderopvang) GGD Haaglanden
>>06 228 782 78
>>
>>Werkdagen: maandagochtend, dinsdag, woensdag, donderdag
>>
>>
>>
>>Afdeling Toezicht (kinderopvang) algemeen
>>
>>E: toezichtkinderopvang@ggdhaaglanden.nl (mailto:toezichtkinderopvang@ggdhaaglanden.nl)
>>
>>T: 070 353 72 24
>>
>>
>>
>>
>>
>>Postbus 16130
>>
>>2500 BC Den Haag
>>
>>088 355 01 00
>>
>>www.ggdhaaglanden.nl (http://www.ggdhaaglanden.nl/)
>>
>>
>>
>>Gemeente Den Haag
>>
>>Dienst Onderwijs Cultuur en Welzijn
>>
>>Westeinde 128
>>
>>2512 HE Den Haag
>>
>>www.ggdhaaglanden.nl (http://www.ggdhaaglanden.nl/)
>>
>>
>>
>>
>>
>>De disclaimer van toepassing op e-mail van de gemeente Den Haag vindt u op: https://www.denhaag.nl/disclaimer (https://www.denhaag.nl/disclaimer)
>>
>>
>

Lenneke Bootsma

04-03-202411:16 am

Beste medewerker,

Vraag over het beoordelen van onderstaande voorwaarde.

4.3.3 De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze dat, indien een bij de onderneming werkzaam persoon bekend is geworden dat de natuurlijke persoon die tevens houder is zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind dat gebruik maakt van de door de houder geboden kinderopvang, deze persoon in contact kan treden met de vertrouwensinspecteur kinderopvang en in geval van een redelijk vermoeden onverwijld aangifte doet bij een daartoe aangewezen opsporingsambtenaar.

Is deze voorwaarde alleen van toepassing bij een houder die een natuurlijk persoon betreft, dus een eenmanszaak? Of is de voorwaarde ook van toepassing op stichting/ bv etc. En zo ja, hoe kunnen we dit concreet beoordelen aangezien een grote / landelijke organisatie soms uit veel lagen bestaat.

De aangifteplicht en mogelijkheid tot overleg met de VI lijkt ook al getoetst in voorwaarde 4.3.2

4.3.2 De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze dat, indien het een bij de houder werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat een ander ten behoeve van die houder werkzaam persoon zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind van een ouder die gebruik maakt van de door hem geboden kinderopvang, deze persoon de houder daarvan onverwijld in kennis stelt. Indien degene die van het vermoeden op de hoogte moet worden gesteld dezelfde persoon is als degene die zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan dit misdrijf, is artikel 1.51c lid 1 en 2 Wet kinderopvang van toepassing.

Met vriendelijke groet,

Lenneke Bootsma

Toezichthouder,
Afdeling Toezicht (kinderopvang) GGD Haaglanden
070 3537224 / 06 22878278
Werkdagen: maandagochtend, dinsdag, woensdag, donderdag

Algemeen e-mailadres afdeling Toezicht (kinderopvang): toezichtkinderopvang@ggdhaaglanden.nl / bereikbaar op telefoonnummer: 070-3537224

[cid:image001.png@01DA85B6.6BC67040]

Postbus 16130
2500 BC Den Haag
088 355 01 00
www.ggdhaaglanden.nl

Van: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl
Verzonden: maandag 29 januari 2024 13:42
Aan: Lenneke Bootsma
Onderwerp: (Referentienummer:165848) MOA gastouder

LET OP!: Deze e-mail komt van buiten de organisatie. Klik niet op links en open geen bijlagen tenzij u de afzender herkent en weet dat de inhoud veilig is.

Beste Lenneke

Ik zie dat de vraag aan de oorspronkelijke vragensteller Patricia is beantwoord.

Bij deze de reactie van Pauline op de MOA vraag gastouder.

groet

Cassandra

Met vriendelijke groet,

Cassandra Verspeek

Helpdesk kinderopvang

[cid:image002.png@01DA85B6.6BC67040]

Mobiel: 06 – 28829172

Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl

Twitter : @GGDGHORNL

Van: Pauline
Datum: 2024-01-22 10:44:29
Aan: “Patricia van Beek” >
Onderwerp: MOA gastouder

Dag Lenneke en Patricia,

Van Cassandra kreeg ik jullie vraag door.

1. Is de houder in dit geval ook de bemiddelingsmedewerker?

Nee, de houder is niet de bemiddelingsmedewerker. In dit artikel wordt verwezen naar de houder als natuurlijk persoon of de directeur van een GOB. In geval de gastouder vermoedens heeft over een bemiddelingsmedewerker kan de gastouder dus in overleg treden met de VI, maar het ligt meer voor de hand dat de gastouder contact opneemt met de houder. Een gastouder kan overigens altijd in overleg treden met een vertrouwensinspecteur. Dat is wat een gastouder zeker moet weten.

2. In artikel 1.51b lid 3 wordt verwezen naar een bij de houder werkzaam persoon. Gastouders zijn in principe (tenzij ze in loondienst zijn) niet werkzaam bij een GOB, dus de meldplicht geldt formeel niet voor gastouders. Uiteraard is het wel professioneel als een gastouder wel meldt bij de houder indien er een vermoeden is. Dit kun je bespreken met de gastouder.
Wij zijn met SZW in gesprek hierover omdat dat waarschijnlijk niet is wat de wetgever bedoeld heeft.

Indien de houder van een GOB een vermoeden heeft dat een gastouder zich mogelijk schuldig maakt geldt de overlegplicht en aangifteplicht. Dat toets je bij het GOB.

Is dit voldoende antwoord op jullie vraag?

Groetjes, Pauline

Jullie vraag:

Kan je ons adviseren over hoe wij het beste de volgende voorwaarde kunnen beoordelen?

Meld-, overleg- en aangifteplicht

De gastouder heeft kennis van de handelswijze hoe, indien het de gastouder op enigerlei wijze bekend is geworden dat de houder van het gastouderbureau zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind dat gebruik maakt van de door de houder aangeboden opvang, in contact te treden met de vertrouwensinspecteur kinderopvang en in geval van een redelijk vermoeden aangifte te doen bij een daartoe aangewezen opsporingsambtenaar.

(art 1.56b lid 1 en 1.51c lid 1 onder b en lid 2 Wet kinderopvang)

Is de houder in dit geval ook de bemiddelingsmedewerker?

En nog een vraag hierover; in de wet lees ik (volgens mij) dat een gastouder ook verantwoordelijkheden heeft mbt meldplicht betreffende huisgenoten/ andere gastouders.

Artikel 1.51b lid 3:
Indien een bij de onderneming van de houder van een kindercentrum of gastouderbureau werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat een ander ten behoeve van de onderneming van die houder werkzaam persoon, een gastouder of een persoon van 18 jaar of ouder als bedoeld in artikel 1.56b, derde lid, zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf als bedoeld in het eerste lid jegens een kind van een ouder die gebruik maakt van de door de houder van een kindercentrum of gastouderbureau geboden kinderopvang, stelt hij de houder van dat kindercentrum of van dat gastouderbureau daarvan onverwijld in kennis.

Maar dat zie ik dan weer niet terug in de voorwaarde. Of zie ik dat verkeerd?

Met vriendelijke groet,

Lenneke Bootsma

Met vriendelijke groet,
Pauline Khoury el–Verscheijden

Helpdesk kinderopvang
[cid:image002.png@01DA85B6.6BC67040]

Telefoon: 06 36483490

Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl

Twitter : @GGDGHORNL

Van: Khoury el–Verscheijden, Pauline>
Datum: 22/01/2024 08:21
Aan: Helpdesk Kinderopvang >
Onderwerp: FW: Vraag over MOA gastouder

Met vriendelijke groet,
Pauline el Khoury
Landelijk Centrum Toezicht Kinderopvang
[cid:image003.png@01DA85B6.6BC67040]
Zwarte Woud 2
E-mail
: pelkhoury@ggdghor.nl
3524 SJ Utrecht
Website
: www.ggdghor.nl
Mobiel: 06-36483490
X (Twitter)
: @GGDGHORNL

Werkdagen
: ma, di, do, vrij
Lezen over het werk van de GGD’en en GHOR? Ga naar DaaromGGD!
[cid:image004.jpg@01DA85B6.6BC67040]

Van: Verspeek, Cassandra >
Verzonden: woensdag 17 januari 2024 10:52
Aan: Khoury el–Verscheijden, Pauline >
Onderwerp: Vraag over MOA gastouder

Hoi Pauline
Ik kreeg deze vraag in de mail.
Wil jij hem beantwoorden?
Met vriendelijke groet,

Cassandra Verspeek

Begin doorgestuurd bericht:
Van: Lenneke Bootsma >
Datum: 16 januari 2024 om 17:51:34 CET
Aan: “Verspeek, Cassandra” >
Onderwerp: FW: (Referentienummer:165308) combigroep dagopvang en basisschool


U ontvangt niet vaak e-mail van lenneke.bootsma@ggdhaaglanden.nl. Meer informatie over waarom dit belangrijk is

Beste Cassandra,

Kan je ons adviseren over hoe wij het beste de volgende voorwaarde kunnen beoordelen?

Meld-, overleg- en aangifteplicht
De gastouder heeft kennis van de handelswijze hoe, indien het de gastouder op enigerlei wijze bekend is geworden dat de houder van het gastouderbureau zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind dat gebruik maakt van de door de houder aangeboden opvang, in contact te treden met de vertrouwensinspecteur kinderopvang en in geval van een redelijk vermoeden aangifte te doen bij een daartoe aangewezen opsporingsambtenaar.
(art 1.56b lid 1 en 1.51c lid 1 onder b en lid 2 Wet kinderopvang)

Is de houder in dit geval ook de bemiddelingsmedewerker?

En nog een vraag hierover; in de wet lees ik (volgens mij) dat een gastouder ook verantwoordelijkheden heeft mbt meldplicht betreffende huisgenoten/ andere gastouders.

Artikel 1.51b lid 3:
Indien een bij de onderneming van de houder van een kindercentrum of gastouderbureau werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat een ander ten behoeve van de onderneming van die houder werkzaam persoon, een gastouder of een persoon van 18 jaar of ouder als bedoeld in artikel 1.56b, derde lid, zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf als bedoeld in het eerste lid jegens een kind van een ouder die gebruik maakt van de door de houder van een kindercentrum of gastouderbureau geboden kinderopvang, stelt hij de houder van dat kindercentrum of van dat gastouderbureau daarvan onverwijld in kennis.

Maar dat zie ik dan weer niet terug in de voorwaarde. Of zie ik dat verkeerd?

Met vriendelijke groet,

Lenneke Bootsma

Toezichthouder,
Afdeling Toezicht (kinderopvang) GGD Haaglanden
06 228 782 78
Werkdagen: maandagochtend, dinsdag, woensdag, donderdag

Afdeling Toezicht (kinderopvang) algemeen
E: toezichtkinderopvang@ggdhaaglanden.nl
T: 070 353 72 24

[cid:image001.png@01DA85B6.6BC67040]

Postbus 16130
2500 BC Den Haag
088 355 01 00
www.ggdhaaglanden.nl

Gemeente Den Haag
Dienst Onderwijs Cultuur en Welzijn
Westeinde 128
2512 HE Den Haag
www.ggdhaaglanden.nl

De disclaimer van toepassing op e-mail van de gemeente Den Haag vindt u op: https://www.denhaag.nl/disclaimer
De disclaimer van toepassing op e-mail van de gemeente Den Haag vindt u op: https://www.denhaag.nl/disclaimer

Dit bericht is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Het bericht kan vertrouwelijke informatie bevatten. Als u dit bericht per abuis hebt ontvangen, wordt u verzocht het te vernietigen en de afzender te informeren. GGD GHOR Nederland is niet aansprakelijk voor onjuiste en onvolledige overbrenging van de inhoud van een verzonden e-mail bericht, of een te late ontvangst daarvan.

Pauline

04-04-20249:16 am

Dag Patricia,

1. Deze voorwaarden (4.3.3 KDV) is van toepassing op alle houders oftewel organisaties. Als de houder een BV of stichting is gaat het om de directeur. Het is uiteraard alleen een persoon die verdacht kan worden van iets, niet een BV (niet in deze context). Dus bij grote landelijke organisaties komt dit nauwelijks voor maar is niet uitgesloten. We zijn bezig om de itemlijst te herformuleren en de veldinstrumenten uit te breiden met vragen. Dit is hoe we deze tekst willen vertalen:

De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze dat, als een medewerker bekend is geworden dat de houder of directeur zich mogelijk schuldig maakt aan een zedendelict of mishandeling van een opgevangen kind, deze persoon in geval van een redelijk vermoeden onverwijld aangifte bij de politie doet.

Dit is echter nog niet definitief.

2. Je tweede punt bij 4.3.2 is mij niet helder, wat is je vraag daarover?

Met vriendelijke groet,

Pauline Khoury elâVerscheijden

Helpdesk kinderopvang

Telefoon: 06 36483490

Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl (http://helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl)

Twitter : @GGDGHORNL (https://twitter.com/GGDGHORNL)

> Van: Pauline
>Datum: 2024-01-22 10:44:29
>Aan: “Patricia van Beek” >Onderwerp: MOA gastouder
> Dag Lenneke en Patricia,
>
>
>Van Cassandra kreeg ik jullie vraag door.
>
>1. Is de houder in dit geval ook de bemiddelingsmedewerker?
>
>Nee, de houder is niet de bemiddelingsmedewerker. In dit artikel wordt verwezen naar de houder als natuurlijk persoon of de directeur van een GOB. In geval de gastouder vermoedens heeft over een bemiddelingsmedewerker kan de gastouder dus in overleg treden met de VI, maar het ligt meer voor de hand dat de gastouder contact opneemt met de houder. Een gastouder kan overigens altijd in overleg treden met een vertrouwensinspecteur. Dat is wat een gastouder zeker moet weten.
>
>2. In a rtikel 1.51b lid 3 wordt verwezen naar een bij de houder werkzaam persoon. Gastouders zijn in principe (tenzij ze in loondienst zijn) niet werkzaam bij een GOB, dus de meldplicht geldt formeel niet voor gastouders. Uiteraard is het wel professioneel als een gastouder wel meldt bij de houder indien er een vermoeden is. Dit kun je bespreken met de gastouder.
>Wij zijn met SZW in gesprek hierover omdat dat waarschijnlijk niet is wat de wetgever bedoeld heeft.
>
>
>
>Indien de houder van een GOB een vermoeden heeft dat een gastouder zich mogelijk schuldig maakt geldt de overlegplicht en aangifteplicht. Dat toets je bij het GOB.
>
>Is dit voldoende antwoord op jullie vraag?
>
>Groetjes, Pauline
>
>
>
>Jullie vraag:
>
>Kan je ons adviseren over hoe wij het beste de volgende voorwaarde kunnen beoordelen?
>
> Meld-, overleg- en aangifteplicht
>
>De gastouder heeft kennis van de handelswijze hoe, indien het de gastouder op enigerlei wijze bekend is geworden dat de houder van het gastouderbureau zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind dat gebruik maakt van de door de houder aangeboden opvang, in contact te treden met de vertrouwensinspecteur kinderopvang en in geval van een redelijk vermoeden aangifte te doen bij een daartoe aangewezen opsporingsambtenaar.
>
>(art 1.56b lid 1 en 1.51c lid 1 onder b en lid 2 Wet kinderopvang)
>
>
>
>Is de houder in dit geval ook de bemiddelingsmedewerker?
>
>
>
>En nog een vraag hierover; in de wet lees ik (volgens mij) dat een gastouder ook verantwoordelijkheden heeft mbt meldplicht betreffende huisgenoten/ andere gastouders.
>
>
>
>Artikel 1.51b lid 3:
>Indien een bij de onderneming van de houder van een kindercentrum of gastouderbureau werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat een ander ten behoeve van de onderneming van die houder werkzaam persoon, een gastouder of een persoon van 18 jaar of ouder als bedoeld in artikel 1.56b, derde lid (https://wetten.overheid.nl/BWBR0017017/2024-01-01#Hoofdstuk1_Afdeling3_Paragraaf2_Artikel1.56b), zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf als bedoeld in het eerste lid jegens een kind van een ouder die gebruik maakt van de door de houder van een kindercentrum of gastouderbureau geboden kinderopvang, stelt hij de houder van dat kindercentrum of van dat gastouderbureau daarvan onverwijld in kennis.
>
>
>
>Maar dat zie ik dan weer niet terug in de voorwaarde. Of zie ik dat verkeerd?
>
>
>
>
>
>Met vriendelijke groet,
>
>
>
>
>
>Lenneke Bootsma
>
>
>
>Met vriendelijke groet,
>
>Pauline Khoury elâVerscheijden
>
>
>Helpdesk kinderopvang
>
>
>
>
>Telefoon: 06 36483490
>
>Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl (http://helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl)
>
>
>
>Twitter : @GGDGHORNL (https://twitter.com/GGDGHORNL)
>
>
>
>
>
>