leer-arbeidsovereenkomst voor minder dan 20 uur

Gesloten

Goedemorgen,

Een collega heeft een casus waarbij een BBL-stagiaire een leer-arbeidsovereenkomst heeft met de houder van een KDV voor 16 uur per week. Conform de CAO dient dit 20 uur te zijn (bij dagopvang).
Kunnen we als toezichthouder hiervoor een tekortkoming aanmerken? Of valt dit buiten ons beoordelingsveld?

Naar mijn idee is het een tekortkoming, omdat we tenslotte toetsen of de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiairs overeenkomstig de voorwaarden opgenomen in de meest recent aangevangen cao Kinderopvang gebeurt. In de CAO staat vermeld dat een BBL’er een leer-arbeidsovereenkomst dient te krijgen van 20 uur bij een KDV.

In ons team wordt er echter verschillend naar gekeken. Het zou volgens sommigen geen tekortkoming zijn in ons rapport, omdat dit een inhoudelijke beoordeling van de CAO is en niet van de WKO. Het is fijn om een handvat te krijgen waardoor we meer eenduidig kunnen werken.

Alvast dank voor het meedenken hierbij.

Met vriendelijke groet,
Pleuntje Keur
GGD Limburg Noord

Antwoorden

Fred

04-14-20239:27 am

Hoi Pleuntje,

In het kader van verantwoorde kinderopvang (Wko) ziet de toezichthouder toe (op grond van Wko 1.62 lid 1, Awb & Besluit werkwijze toezichthouder) op uitvoering van Wko 1.50 lid 1 en 2 en Besluit art 7 lid 8 en 9 en neemt daarbij mee RWko art 9/9c. De toezichthouder vormt zich een beeld of aantoonbaar aandacht wordt besteed aan de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding en stagiairs kunnen worden belast. Dit doen we in het licht van verantwoorde kinderopvang.

We zijn geen toezichthouder op de cao en de uitvoer daarvan, temeer daar de cao geen kwaliteitsregels uit de Wko bevat (maar een bonte verzameling van kwaliteitseisen en arbeidsvoorwaarden en plichten van de werkgever) maar dat de Wko wel verwijst naar inzet conform de cao. Als er een dispuut is over de toepassing van de cao dan kan de werknemer zich tot vakbond en de werkgever kan zich richten tot de brancheorganisatie.

We zien er wel op toe dat de houder redelijkerwijs kwaliteit levert zoals de Wko beoogd. Daarmee kan je je dus een beeld vormen of de leerling conform de regels in de cao wordt ingezet en meer algemeen of de houder daarmee aantoonbaar aandacht besteed aan de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding en stagiairs kunnen worden belast.

Ik hoop dat je hiermee verder kan, ook met het verschil in inzicht dat je noemt.

Wet kinderopvang

Art 1.50 lid 1:

âDe houder van een kindercentrum organiseert de kinderopvang … zodanig …, voorziet het kindercentrum zowel kwalitatief, als kwantitatief zodanig van personeel …draagt zorg voor …verantwoordelijkheidstoedeling… dat …redelijkerwijs leidt tot verantwoorde kinderopvang. Ter uitvoering …aantoonbaar aandacht … de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding en stagiairs kunnen worden belast …â.

[ Lid 2 (de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiairs) verwijst naar Besluit kwaliteit kinderopvang]

Besluit kwaliteit kinderopvang Artikel 7. Aantal beroepskrachten

Lid 8
Bij de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiairs wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden.

Lid 9
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiairs waarbij kan worden bepaald dat en onder welke voorwaarden beroepskrachten in opleiding en stagiairs kunnen worden meegeteld bij de berekening van het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten op grond van dit artikel.

[Hiermee Wordt verwezen naar de Regeling Wet kinderopvang]

Regeling Wet kinderopvang

âDe inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiairs… geschiedt overeenkomstig de voorwaarden opgenomen in de meest recent aangevangen collectieve arbeidsovereenkomst Kinderopvang…â

[Hierbij is een toelichting gepubliceerd]

In de toelichting (Staatscourant Nr. 50240- 23 december 2021) op Regeling art 9/9c staat met betrekking tot een gezond opleidingsklimaat nadrukkelijk opgemerkt:

â Beroepskrachten in opleiding dienen positief en ondersteunend te worden begeleid . Het moment waarop ze worden ingezet en de verantwoordelijkheid die aan hen wordt gegeven dient passend te zijn bij de fase van de opleiding, zoals dit ook is opgenomen in de CAO kinderopvang . Voorkomen moet worden dat beroepskrachten in opleiding te snel en met te weinig ervaring worden ingezet. Daarbij dient ervoor gezorgd te worden dat beroepskrachten in opleiding enkel alleen op een groep mogen staan wanneer dit overeenkomt met hun formatieve inzetbaarheid conform de cao.

Misschien ten overvloede:

In de cao staat een voorwaarde voor minimale contractduur. De omvang mag dus meer zijn. Daarnaast is het gezien cao (art 9.6.1 lid 1 onder b) niet mogelijk gebruik te maken van min en plus uren (âDe mbo-student-medewerker kan niet, zoals in artikel 4.5 staat, 20% meer of minder werken dan het afgesproken gemiddeld aantal uur per maand.â)

Met betrekking tot het schema bijlage 9 in de cao
De BBLâer wordt ingezette conform schema bijlage 9. (fase 1 en 2 oplopend van 0 naar 100% en in het derde jaar 100%). De houder legt dat schriftelijk vast. De inzet wordt periodiek bepaald op grond van informatie van opleidings- (school) en praktijkopleider.
Dit betreft een leertraject . Het is dus nadrukkelijk gereguleerd. Daarom is mogelijk ook geregeld dat de uitzondering van min/plus uren niet van toepassing is. De aanstelling kan wel meer dan 20 uur zijn. Dan gelden percentages over het aantal aangestelde uren.
Het leertraject bestaat uit leren en werken. Dit is opgenomen in praktijk-leerovereenkomst of ook wel POK (praktijkovereenkomst) of BPV (beroepspraktijk overeenkomst) genoemd.
Onder deze voorwaarden in de cao kan de leerling worden ingezet.

De toezichthouder zal in beginsel niet stelselmatig toezien op de inhoud van de praktijk overeenkomst (dat is onze taak niet), hoogstens of een (dubieus ingezette) leerling erover beschikt en in welk tijdvak of als onduidelijk is of de leerling wel leerling is. Dan kan dit ondersteunend zijn voor de beoordeling van verantwoorde inzet door de houder.

Met vriendelijke groet,

Fred van der Wal

Helpdesk kinderopvang

Telefoon: 06 81343845

Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl (http://helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl)

Twitter : @GGDGHORNL (https://twitter.com/GGDGHORNL)

> Van: Pleuntje Keur
>Datum: 2023-04-04 10:49:52
>Onderwerp: leer-arbeidsovereenkomst voor minder dan 20 uur
> Goedemorgen,
>
>Een collega heeft een casus waarbij een BBL-stagiaire een leer-arbeidsovereenkomst heeft met de houder van een KDV voor 16 uur per week. Conform de CAO dient dit 20 uur te zijn (bij dagopvang).
>Kunnen we als toezichthouder hiervoor een tekortkoming aanmerken? Of valt dit buiten ons beoordelingsveld?
>
>Naar mijn idee is het een tekortkoming, omdat we tenslotte toetsen of de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiairs overeenkomstig de voorwaarden opgenomen in de meest recent aangevangen cao Kinderopvang gebeurt. In de CAO staat vermeld dat een BBL’er een leer-arbeidsovereenkomst dient te krijgen van 20 uur bij een KDV.
>
>In ons team wordt er echter verschillend naar gekeken. Het zou volgens sommigen geen tekortkoming zijn in ons rapport, omdat dit een inhoudelijke beoordeling van de CAO is en niet van de WKO. Het is fijn om een handvat te krijgen waardoor we meer eenduidig kunnen werken.
>
>Alvast dank voor het meedenken hierbij.
>
>Met vriendelijke groet,
>Pleuntje Keur
>GGD Limburg Noord

Fred

04-14-20239:55 am