Beste Pauline,
Ik heb toch nog je/jullie hulp nodig mbt de rookmelders.
Hieronder vind je de mail die ik terugstuurde naar het GOB, met de informatie die ik van jou kreeg.
En daaronder het antwoord van het GOB.
Kan je ons verder helpen, want het GOB lijkt ook wel een punt te hebben.
En wij komen er niet meer uit…
Mail van GGD naar GOB:
Beste,
Bij deze mijn terugkoppeling mbt de rookmelders.
Plaats van de rookmelders
GGD GHOR geeft inderdaad aan dat de NEN 2555 niet dwingend is. Dus hierin heb je gelijk.
In de wet kinderopvang staat de volgende voorwaarde die wij toetsen:
De voorziening voor gastouderopvang is voorzien van voldoende en goed functionerende rookmelders conform de eisen uit het vigerende Bouwbesluit.
Wij toetsen dus of de rookmelders goed functioneren. Dat betekent dat de rookmelder op de juiste wijze (vanuit de gebruiksaanwijzing) opgehangen is.
In principe is de juiste plek aan het plafond (hiervoor gebruiken wij de NEN 2555 als bron).
Indien de gastouder aangeeft dat een bepaald type rookmelder vanuit de gebruiksaanwijzing aan de muur moet hangen, moet dat worden aangetoond.
Dit kan met de gebruiksaanwijzing. En in het geval van mevrouw (GO van het herstelaanbod) zal ik de expertise van het brandpreventie bedrijf dat zij inhuren, volgen.
We zullen niet meer verwijzen naar het Bouwbesluit, in onze rapporten of bij een eventueel herstelaanbod.
Maar we toetsen dus wel of de rookmelders goed functioneren en of ze dus op de juiste wijze zijn opgehangen.
Mail van GOB naar GGD:
Beste Hannah,
Je geeft aan in jullie rapporten of bij een herstelaanbod niet meer te verwijzen naar het Bouwbesluit, maar een verwijzing naar het Bouwbesluit lijkt mij juist wel logisch. De wet kinderopvang verwijst ook naar het Bouwbesluit en het Bouwbesluit beschrijft juist in welke ruimte een rookmelder geplaatst moet worden. Alleen hoe een rookmelder geplaatst moet worden, daar moet de GGD niet op toetsen en dus ook geen verwijzing maken naar NEN 2555. Voor waar een rookmelder aan moet voldoen en hoe deze geplaatst moet worden, gelden de primaire inrichtingseisen als bedoeld in NEN 2555 en deze is niet dwingend.
De nota van toelichting van het Bouwbesluit beschrijft dat rookmelders die in de handel zijn, moeten zijn voorzien van een CE-markering op basis van de productnorm NEN-EN 14604. Het onderhouden en vervangen van batterijen valt onder de zorgplicht van artikel 1.16. De rookmelders hebben verder een levensduur van 10 jaar. Dit betekent dat iedere tien jaar de rookmelder moet worden vervangen. Het goed functioneren houdt dus in dat een rookmelder van een CE-markering moet zijn voorzien, dat batterijen onderhouden en vervangen moeten worden en dat een rookmelder niet ouder mag zijn dan 10 jaar.
Of een rookmelder volgens de gebruiksaanwijzing is opgehangen, heeft niets met het goed functioneren te maken. Het is ook zinloos het goed functioneren van een rookmelder aan de gebruiksaanwijzing te toetsen, aangezien veel gebruiksaanwijzingen van een rookmelder alleen advies geven hoe deze op te hangen, waarbij veelal gekozen kan worden tussen de wand of het plafond. De stelling dat in principe de juiste plek voor een rookmelder aan het plafond is – gebaseerd op de NEN 2555 – is een onlogische beredenering, aangezien NEN 2555 geen dwingende norm is.
De toetsing zou zich dus moeten beperken tot de vraag of daar waar in een ruimte een rookmelder verplicht is dat daar ook een rookmelder aanwezig is, of de rookmelder is voorzien van een CE-markering, of de batterijen werken en of de rookmelder niet ouder is dan 10 jaar.
Met vriendelijke groet,
H.W. (Hannah) Haveman l Toezichthouder kinderopvang
m 06-40313467
Werkdagen: dinsdag, woensdag en donderdag
GGD ZHZ
Karel Lotsyweg 40 | 3318 AL Dordrecht
Postbus 166| 3300 AD Dordrecht
E hw.haveman@ggdzhz.nl
w www.dienstgezondheidjeugd.nl
[GGD_ZHZ_logo]
GGD ZHZ is een onderdeel van de Dienst Gezondheid & Jeugd
Van: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl
Verzonden: donderdag 8 december 2022 17:09
Aan: Haveman-Kik, HW (Hannah)
Onderwerp: (Referentienummer:164434) Juridische onderbouwing plaats van de rookmelders bij gastouders
Dag Hannah,
Wat je aangeeft klopt. De wijze van plaatsing van rookmelders staat vermeld in
Artikel 4.3a NEN 2555, van het Bouwbesluit. In het Bouwbesluit wordt verwezen naar de NEN norm. Een norm kan dwingend zijn of niet. Waar het om gaat is dat de rookmelder goed moet functioneren vanuit de Regeling kwaliteit gastouderbureaus. Dat betekent dat de rookmelder op de juiste wijze (vanuit de gebruiksaanwijzing) opgehangen is.
Vanuit de Wko beoordeel je dus of de rookmelders op de juiste manier hangen zodat ze goed functioneren. Dat is aan het plafond. Indien de gastouder aangeeft dat een bepaald type rookmelder vanuit de gebruiksaanwijzing aan de muur moet hangen, moet dat worden aangetoond. We zien immers wel meer rookmelders die tegen de muur horen te hangen. Dat is een onduidelijk gebied maar een gebruiksaanwijzing moet dat aangeven.
Daarnaast kun je altijd de lokale brandweer benaderen voor specifieke vragen (Zuid-Holland Zuid – Brandweer).
Ik hoop dat je hiermee verder kunt.
Met vriendelijke groet,
Pauline Khoury el-Verscheijden
Helpdesk kinderopvang
[cid:image001.png@01D91471.B3E8F8F0]
Telefoon: 030 – 252 50 60
Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl
Twitter : @GGDGHORNL en @Toezicht_kov
Van: Hannah Haveman
Datum: 2022-12-06 16:48:36
Onderwerp: Juridische onderbouwing plaats van de rookmelders bij gastouders
Goedemiddag,
Ik heb met een GOB een discussie over een herstelaanbod dat ik heb aangeboden bij een gastouder mbt de plaats van de rookmelders.
Ik heb getoetst volgens jullie richtlijnen. Kunnen jullie een juridische onderbouwing geven hierop, want het GOB geeft aan dat de handhaving op de wijze van plaatsen van de rookmelders onwettelijk is.
Casus:
De aanwezige rookmelders hingen aan de muur en niet aan het plafond (ze hingen wel op de vluchtroutes).
Ik heb het GOB informatie gegeven uit jullie document ‘Informatie over rookmelders in de gastouderopvang’, en aangegeven dat in het bouwbesluit wordt verwezen naar NEN2555. Hierin staat de plaats waar de rookmelders dienen te hangen.
Van het GOB krijg ik echter de volgende reactie:
“De wijze hoe een rookmelder geplaatst moet worden, staat niet in het Bouwbesluit maar in NEN 2555. Deze NEN is geen dwingende norm en daar hoeft een gastouder dus niet aan te voldoen. Wil de overheid een NEN als hulpmiddel zien om aan een wettelijke eis te voldoen, betreft het een dwingende norm, welke kosteloos ingezien kunnen worden. (https://connect.nen.nl/portal/Registreren/dwingend-verwezen-normen)
De GGD kan dus niet controleren en handhaven op hoe een rookmelder is geplaatst. De handhaving op de wijze van plaatsen van de rookmelders bij (naam gastouder) is onwettelijk.
Ik hoor het graag van jullie.
Alvast bedankt.
Met vriendelijke groet,
Hannah Haveman