Super, Fred. Ik ben erg blij met je uitgebreide antwoord.
We blijken dit een volgende keer wel op een andere wijze te moeten aanvliegen willen we het handhaafbaar laten zijn maar samen met de jurist komen we er zo wel uit.
Met vriendelijke groet,
Jacqueline van Herwijnen
Toezichthouder Kinderopvang
[cid:image001.jpg@01D9C143.A2B809C0]
Doornboslaan 225-227, Breda
Postbus 3024, 5003 DA Tilburg
www.ggdwestbrabant.nl
06-43293303
ja.hogervorst@ggdwestbrabant.nl
Aanwezig op: maandagochtend – dinsdag – woensdagochtend – donderdag
[linkedin1]
[twitter1]
Let op: Documenten met persoonsgegevens dienen i.v.m. de privacywetgeving beveiligd verstuurd te worden.
Van: Helpdesk Kinderopvang
Verzonden: donderdag 27 juli 2023 23:58
Aan: Herwijnen, Jacqueline van
Onderwerp: (Referentienummer:165090) FW: Melding nr. M2307 2525 onderwerp: SPOED vraag m.b.t. statusHygienerichtlijn voor kinderdagverblijven
Hoi Jacqueline, ik heb de mail doorgezonden gekregen van het Rivm met het verzoek deze te behandelen. Dat zal ik doen omdat wij als organisatie aangewezen zijn om toezichthouders te ondersteunen. De Rivm heeft verder geen bemoeienis met de Wet kinderopvang. Een deel van de vraag heeft daar wel betrekking op.
[Hun verzoek aan ons vermeld: We kregen onderstaande mail van een toezichthouder kinderopvang. Vanuit ons (Rivm-Red: FW) gezien is de hygiënerichtlijn geen wettelijke verplichting, maar voor een goed hygiënebeleid is de hygiënerichtlijn de basis. Wij gaan verder niet over het toezicht of handhaving. Zouden jullie deze vraag verder willen oppakken?]
Eerst concreet naar jouw dilemma. Je kan niet op het niet naleven van de norm in het Rivm op zichzelf als overtreding aanmerken. Maar het is goed mogelijk dat de houder op geen manier in de buurt van de norm komt van wat de Rivm als basis geeft. En ook geen alternatief daarvoor biedt.
Dus, om maar wat te noemen, als de ene PM’er wel de handen wast na een verschoning en de ander niet is er een potentieel risico. Of als mensen niet op de hoogte zijn van afspraken en instructies ook. Of als risico’s niet zijn beschreven die wel reel zijn ook. Je moet er wel concrete voorbeelden van ontbrekend beleid geven of van ontbrekende handelingen. Voorbeelden moeten ook zoveel mogelijk een trend weer geven. Dus een bepaalde (algemene aanvaarde) handeling ontbreekt omdat er geen beleid over is opgesteld of men kent het niet. Het is zaak daarbij niet in te kleine details te vervallen maar zoveel als mogelijk op de grote lijn te blijven. Dus jij hoeft niet toe te zien of het lucht beleid precies goed is, maar beoordeeld wel (steekproefsgewijs) of er beleid is, of het redelijkerwijs een effectief beleid is, of het wordt gekend, of het wordt uitgevoerd,
M.a.w. je beoordeelt redelijkerwijs het beleid, de beleidsvoering, of er een verantwoord beleid ook wordt uitgevoerd. We zijn geen toezichthouder op de letter van elke keus die is gedaan. Het gaat on de grotere lijn en of redelijkerwijs is voldaan. Uiteindelijk is het te voeren beleid een verantwoordelijkheid van de houder.
Je kan het niet voldoen aan (een van de) de gestelde eisen in Besluit kwaliteit art 4 erbij nemen. Daarvoor moet je het besluit nauwkeurig leggen naast de bevindingen die je hebt verwoord. En uitzoeken waar de overtreding past. Ik kan van een afstand niet beoordelen of je beschrijvingen van overtreding concreet genoeg zijn om een handhaving stand te doen houden. Een oordeel van en toezichthouder weegt wel (extra) zwaar. Maar moet wel onderbouwd zijn en het moet duidelijk zijn dat er niet voldaan wordt aan een overtreding op een van de voorwaarden onder art 4. En de gemeente moet op de juiste artikelen een handhaving hebben opgezet.
Dan de status van de richtlijn in relatie tot beleid kinderopvang. De Richtlijn van het Rivm (eigenlijk LCHV) is geen regelgeving maar een algemeen aanvaarde norm.
Deze normen en adviezen komen tot stand o.b.v. diverse onderzoeken, waarbij steeds de meest recente onderzoeken worden betrokken voor evaluatie, en door consultatie en adviezen van deskundigen op specifieke gerelateerde vakgebieden die samenhangen met reële risico’s in de kinderopvang. Daarbij is overwogen wat in de specifieke setting van kinderopvang risico’s zijn voor de gezondheid van kinderen en verspreiding van infectieziekten. Dit zijn niet zomaar richtlijnen, dit kan gezien worden als norm.
Omdat de houder verantwoord beleid o.a. doormiddel van verantwoordelijkheidstoedeling (Wko art 1.50 lid 1), en beleid moet voeren t.a.v. hygiëne (nadere voorwaarden t.a.v. verantwoord beleid: Wko 1.50, lid 2) moet de houder kunnen aantonen dat hij een verantwoord beleid voert. Een verantwoord beleid is in lijn met de algemeen geldende normen t.a.v. (in dit geval) hygiëne. Voor de duidelijkheid: daar kan (in zekere mate) wel van worden afgeweken mits een gelijk resultaat dat de richtlijn beoogd wordt nagestreefd (en uitgevoerd).
Het is niet zo dat de houder de norm bepaalt wat ‘veilig is of wat niet’, daarbij moeten bestaande normen en de feitelijke situatie worden betrokken. Het is aan de houder om te bepalen wat feitelijke veiligheids- en gezondheidsrisico’s (kunnen) zijn en indien daar nodig aanvullende kennis over op te doen. Het is aan de toezichthouder te beoordelen of daarmee in voldoende mate aan besluit kwaliteit art 4 is voldaan. Houder en toezichthouder kunnen daar eventueel over in gesprek.
Voor de uitvoering kan je bijvoorbeeld kiezen om speerpunten te nemen, denk bijvoorbeeld aan fysieke veiligheid van de kinderen, grensoverschrijdend gedrag door volwassen aanwezigen, personeel en kinderen, algemene hygiëne, luchtkwaliteit of medisch handelen. De houder moet alle risico’s in beginsel (nog steeds) redelijkerwijs alle risico’s in beeld brengen. De grootste risico’s, met een plan van aanpak, en voor de overige risico’s die niet de grootste risico’s zijn algemene richtlijnen hoe moet worden gehandeld.
Hygiëne risico’s kan je zien al een voornaam risico. Mocht de houder dat betwisten (in de regels staat immers ‘voornaamste risico’s) dan zou ik daar de discussie niet over aangaan maar dan zal hij toch op een andere wijze alle gangbare hygiëne risico’s moeten hebben afgewogen en daarop beleid hebben opgesteld en geïmplementeerd.
Van de toezichthouder wordt verwacht dat hij (zij dus) toeziet of aan de regels (van in dit geval art 4) wordt voldaan. Als daarbij een gevoel leeft dat het niet klopt, is daar (is mijn ervaring) doorgaans een gegronde reden voor. Het is zaak uit te vinden waar het precies onder past. En in dit geval i.s.m. met collega of gemeente) wat stand houdt. Daarbij hoef je niet (en de gemeente ook niet) te benauwd te zijn. Er word doorgaan veel waarde aan het oordeel van een toezichthouder toegekend, mits e.e.a. in het rapport wel enigszins concreet is verwoord.
Ik hoop je hiermee iets verder te steunen. Wens je succes.
Met vriendelijke groet,
Fred van der Wal
Helpdesk kinderopvang
[cid:image004.png@01D9C143.A2B809C0]
Telefoon: 06 81343845
Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl
Twitter : @GGDGHORNL
Beste medewerkers van het RIVM,
Met plezier, raadplegen wij als toezichthouders kinderopvang regelmatig uw adviezen en normen in uw Hygienerichtlijn voor kinderdagverblijven. De onlangs aangebrachte aanscherping m.b.t. het gebruik van nagellak door de beroepskrachten, geeft ook voor ons meer helderheid, waarvoor dank.
We hebben een zeer acute vraag omtrent uw Hygienerichtlijn voor kinderdagverblijven.
Momenteel bevinden wij ons in een handhavingstraject met een houder van kinderdagverblijven. Dit is echt ernstig. We spreken namelijk op verschillende vlakken over last onder dwangsom e.d.
Deze houder kent en benut de richtlijnen, adviezen en normen van het RIVM duidelijk niet.
Om een voorbeeld te geven: een aankleedkussen wordt continue of a. niet schoongemaakt tussen de verschoningen door, of b. direct met 80% alcohol of met aangelengd sopje Dettol etc. Er is te weinig kennis bij de beroepskrachten en hierin wordt ook niet aangestuurd.
Soortgelijke voorbeelden zijn er op hygiënevlak te over binnen deze organisatie. Maar ook bijv. omtrent ventilatie, CO2meters, logboek… ga zo maar door.
Op dit moment is de jurist van de gemeente die het betreft echter aan het stoeien met de handhaafbaarheid van deze constateringen van de toezichthouders. Het lijkt erop dat de algemeen geldende adviezen maar ook de normen (in de gele vakken) richtlijnen van het RIVM voor de kinderopvangsector blijven en geen wet zijn en dus niet rechtstreeks afdwingbaar. We hebben tot nu toe niet kunnen vinden dat de Wet kinderopvang, besluit of regeling expliciet verwijst dat deze richtlijn van kracht is. Klopt dat? Is het een algemene gangbare opvatting dat de houders van kinderopvangorganisaties deze richtlijn in hun beleid verwerken?
Dat zou namelijk betekenen, ook al zien we in desbetreffende organisatie op het gebied van hygiëne zoveel mis gaan, dat het geen harde eis is. Iets wat we wel nodig hebben om toezicht te houden en te kunnen adviseren tot handhaving.
We hopen dat, ondanks de vakantieperiode, u hier snel uw zienswijze op zou kunnen geven teneinde misstanden zoals deze, in de kinderopvangsector de kop in te drukken. Een verwijzing naar een andere organisatie die ons eventueel wel hierbij kan helpen, zouden we ook al kunnen waarderen. U kunt ons eventueel ook op onderstaand telefoonnummer bereiken wanneer dit handiger voor u is. We wachten uw reactie af en danken u op voorhand alvast voor uw medewerking.
Met vriendelijke groet,
Jacqueline van Herwijnen
Toezichthouder Kinderopvang
Doornboslaan 225-227, Breda
Postbus 3024, 5003 DA Tilburg
www.ggdwestbrabant.nl
06-43293303
ja.hogervorst@ggdwestbrabant.nl
Aanwezig op: maandagochtend – dinsdag – woensdagochtend – donderdag
Let op: Documenten met persoonsgegevens dienen i.v.m. de privacywetgeving beveiligd verstuurd te worden.
Dit bericht kan informatie bevatten die niet voor u is bestemd. Indien u niet de geadresseerde bent of dit bericht abusievelijk aan u is verzonden, wordt u verzocht dat aan de afzender te melden en het bericht te verwijderen. Het RIVM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die verband houdt met risico’s verbonden aan het elektronisch verzenden van berichten.
www.rivm.nl De zorg voor morgen begint vandaag
This message may contain information that is not intended for you. If you are not the addressee or if this message was sent to you by mistake, you are requested to inform the sender and delete the message. RIVM accepts no liability for damage of any kind resulting from the risks inherent in the electronic transmission of messages.
www.rivm.nl/en Committed to health and sustainability