Hoi Nicole,
Dank je wel en fijn dat Tamara verder kan.
Ook voor de branche was het aanbod 960 uur onduidelijk in die tijd. Nadat wij de duiding bij OCW helder hebben gekregen hebben we ook de branche geïnformeerd.
We wachten wel op eventueel vervolg 😉
Groet, Isabella Bolt
Van: Helpdesk Kinderopvang
Verzonden: woensdag 5 oktober 2022 11:57
Aan: Bolt, Isabella
Onderwerp: (Referentienummer:164105) FW: afspraken 960 uur VE in Tilburg
Hoi Isabella,
Zie onderstaande opmerking nav telefoongesprek met Tamara. Als je nog vragen hebt dan hoor ik het graag.
groet, Nicole
Met vriendelijke groet,
Nicole Huitink
Helpdesk kinderopvang
[cid:image001.png@01D8D8C2.8281F680]
Telefoon: 030 – 252 50 60
Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl
Twitter : @GGDGHORNL en @Toezicht_kov
Van: Nicole
Datum: 2022-10-05 11:56:22
Onderwerp: FW: afspraken 960 uur VE in Tilburg
5/10 met Tamara gebeld
– art 1.50 Wko icm Besluit kwaliteit VE toegelicht. Is haar duidelijk. Blijft haar punt dat het begrip doelgroeppeuter in het Besluit VE voor verwarring zorgt. Ook bij deze houder. De houder gaat dit punt aanhangig maken bij de branche aldus Tamara. Gezegd dat ik dit intern ook bij Isabella neerleg.
– Betreft een grote houder die op sommige locaties beschrijft dat het aanbod VE flexibel is en op andere locaties is het wel goed beschreven. Houder voldoet aan alle VE kwaliteitseisen maar wil het flexibel houden/ aanbod op maat aanbieden.
– GGD heeft met deze houder afgesproken dat de houder komende 3 weken de tijd krijgt om alle managers van de locaties in te lichten dat het concreet en toetsbaar beschreven moet zijn, plannen aangepast moeten worden en na deze periode een overtreding geconstateerd zal worden.
– Tamara kan verder met dit antwoord.
Van: “Butler, Tamara” >
Datum: 30/09/2022 12:21
Aan: Helpdesk Kinderopvang >
Onderwerp: RE: (Referentienummer:164105) FW: afspraken 960 uur VE in Tilburg
Hoi Isabelle,
Afgelopen week hebben we nog even telefonisch gesproken over het urenaanbod. Vanochtend heb ik een prima gesprek gehad met de kinderopvangaanbieder en afspraken gemaakt over: hoe concreet dat uren-aabod dan beschreven moet staan en uitgevoerd moet worden.
Desondanks zou ik heel graag uitgezocht willen hebben (door bij voorkeur een jurist), hoe de term “alle kinderen” nou geïnterpreteerd moet worden. De variatie is namelijk gigantisch en het uitgangspunt: de voorziening is in het LRK VE-geregistreerd dus moet aan de ve-verplichting urenaanbod voldoen aan alle kinderen, is te kort door de bocht oftewel we missen hierbij een heel deel kinderen.
De praktijk:
Urenaanbod ma- woe- vrij-ochtend van 7.30 tot 13.00 uur is de gewenste 16 uur per week aanbod in 1,5 jaar maakt dat die verplichte 960 uur , wat betreft sommetje, voldoet.
KDV (met ve-registratie) is geopend van 7.30 tot 18.30 uur dus er blijven 7 dagdelen over in de week waar kinderopvang wordt geboden maar er geen ve-aanbod is dus het bereik: “alle kinderen” wordt hier dus de plank mis geslagen.
Andere variant:
Kdv (met ve-registratie) 5 dagopvang groepen, op één groep wordt VE-aanbod gerealiseerd op 4 groepen niet. Het ve -aanbod mist hier de overige 4 groepen en bereikt niet: alle kinderen.
Het punt wat ik probeer te maken is dat alles wat met VE te maken heeft, bedacht is rondom het kind met een mogelijke ontwikkelingsachterstand (aanvankelijk taalachterstand zie hiervoor de WetOKE 2010)
Ve-indicatie, gesubsidieerde dagdelen etc. allemaal voor dat doelgroepkind.
Staatsblad 2019, 315 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl)
In de nota van toelichting wordt ook gesproken over het doelgroepkind of het kind met een mogelijke ontwikkelingsachterstand.
De laatste wetwijziging rondom dit punt: 1 januari 2022: moet 10 uur per doelgroeppeuter per jaar worden ingezet.
Kom ik weer terug wat het vertrekpunt was: de voorziening is geregistreerd in het lrk als ve-voorziening dus het aanbod is er voor alle kinderen (ongeacht de aanwezigheid van een doelgroepkind). Maar wel even in januari de doelgroep peuters tellen en daar de coach op in zetten. (??) Ik begrijp prima dat de houder het ook niet meer snapt en ik weet niet meer hoe we dit nog uitgelegd krijgen.
Het zou fijn zijn als een jurist hier duidelijkheid over geeft. Helaas zijn er te veel partijen (subsidiebeleid gemeente etc.) en wetten betrokken rondom de voorschoolse voorzieningen en wat de uitvoerbaarheid niet ten goede komt.
Dit spel voornamelijk bij gehele dagopvang waarbij de drie-uurregeling van toepassing is.
Bedankt weer voor het meedenken.
Met vriendelijke groet,
Tamara Butler
Toezichthouder Wet kinderopvang
[cid:image002.jpg@01D8D8C2.8281F680]
Reitseplein 3 Tilburg
Postbus 3024, 5037 AA
www.ggdhvb.nl
088 3686514
t.butler@ggdhvb.nl
Aanwezig op: ma- en vrijdagochtend van 9.00 tot 12.30 uur
di-wo-do
[cid:image003.jpg@01D8D8C2.8281F680]
[cid:image004.png@01D8D8C2.8281F680]
Van: Helpdesk Kinderopvang >
Verzonden: maandag 26 september 2022 19:10
Aan: Butler, Tamara >
Onderwerp: (Referentienummer:164105) FW: afspraken 960 uur VE in Tilburg
Beste Tamara,
We hebben bij de start van ‘het aanbod 960 uur’ deze vragen veelvuldig gehad en hebben dan ook veel overleg gehad met de het ministerie OCW en de VNG om de regelgeving te duiden. We hebben de Specialisten VE hierover geïnformeerd en de uitwerking hebben we in de Denklijnen verwerkt.
Hierbij stuur ik jou het bericht aan de Specialisten VE d.d.14 september 2021:
Beste specialisten VE,
We hebben goed nieuws. We hebben duidelijkheid gekregen over de beoordeling van de aanbodverplichting van de 960 uur in anderhalf jaar tijd. Er is veelvuldig overleg geweest met het ministerie van OCW en de VNG.
In de Helpdesk ontvingen we vragen over hoe de term ‘een kind’ gezien wordt in het kader van de aanbodverplichting van 960 uur. Geldt die verplichting van 960 uur voor alle kinderen op een VE-geregistreerd kindercentrum of slechts voor VE-doelgroepkinderen?
We hebben in het gezamenlijk overleg de volgende uitgangspunten geformuleerd:
– Een VE-voorziening is in het LRK geregistreerd;
– Deze voorziening biedt VE aan conform het pedagogisch beleidsplan. In dit plan beschrijft de houder de momenten op een dag/ per week waarop de VE gegeven wordt;
– Tijdens de beschreven VE momenten voldoet de BKR-VE en wordt het programma van de VE aangeboden aan alle kinderen van de groep, ongeacht de aanwezigheid van VE-doelgroepkinderen;
– De aanbodverplichting geldt voor een houder ongeacht aanwezigheid van wel of geen doelgroepkinderen.
De houder beschrijft in het pedagogisch beleidsplan concreet en toetsbaar hoe het aanbod van 960 uur VE in 1,5 jaar eruitziet.
De toezichthouder beoordeelt drie voorwaarden:
1. Heeft de houder het aanbod 960 uur concreet en toetsbaar beschreven?
2. Voert de houder in de praktijk uit wat hij beschreven heeft? En wordt het beleid geëvalueerd en zo nodig bijgesteld?
3. Het aanbod VE is zo ingericht dat een kind, in de leeftijdsperiode tussen 2,5 en 4 jaar, 960 uur kan ontvangen. Een houder mag maximaal 6 uur per dag rekenen.
Hoe beoordeel je de situatie wanneer het aanbod VE volledig en concreet beschreven is in het pedagogisch beleidsplan maar de locatie is niet open op alle momenten die beschreven zijn?
Voorschoolse educatie is een door de gemeente gesubsidieerd programma voor kinderen met een risico op een onderwijsachterstand. Er moet 960 uur VE worden aangeboden aan deze kinderen van 2,5 tot 4 jaar oud. Kinderopvanghouders die VE aanbieden, moeten in hun beleidsplan beschrijven hoe de 960 uur VE wordt aangeboden, en de houder moet hier ook uitvoering aan geven.
Het pedagogisch beleidsplan is leidend en geldt voor alle kinderen. De VE moet aangeboden worden op de momenten die staan aangeduid als VE in het beleidsplan. Als het beschreven aanbod VE niet wordt uitgevoerd, constateert de toezichthouder een overtreding.
Kan er sprake zijn van verzachtende omstandigheden?
Ja, dat is mogelijk wanneer de houder kan aantonen dat zij de ouders van doelgroepkinderen wel actief op het aanbod wijzen en het aanbod direct in praktijk kunnen brengen zodra nodig, dan kan een toezichthouder aangeven dat er verzachtende omstandigheden zijn.
De houder heeft bijvoorbeeld actief de ouders gestimuleerd hun kind alle uren te brengen en de tijden voor ouders/ kinderen zo gunstig mogelijk aangeboden. Ondanks de inspanningen van de houder brengen de ouders van de doelgroepkinderen hun kinderen niet. De toezichthouder beoordeelt dat de houder het pedagogisch beleidsplan op dit punt niet uitvoert en dat er sprake is van verzachtende omstandigheden. De specifieke omstandigheden beschrijft de toezichthouder in de toelichting in het inspectierapport.
Hoe beschrijf je dit in de beschouwing in het inspectierapport?
In de conclusie bij de beschouwing in het inspectierapport beschrijft de toezichthouder dat er sprake is van verzachtende omstandigheden binnen het onderdeel voorschoolse educatie. De tekst is hierdoor zichtbaar in het Publieksportaal (’in-1oogopslag’).
We passen de Denklijn aanbod urenuitbreiding VE hierop aan. Zodra deze klaar is krijgen jullie bericht van ons.
Met vriendelijke groet,
Tamara, Mireille, Nicole en Isabella
ID:N17715
Ik hoop je hiermee de informatie gegeven te hebben om het gesprek aan te kunnen gaan.
Met vriendelijke groet,
Isabella Bolt
Helpdesk kinderopvang
[cid:image005.png@01D8D8C2.8281F680]
Telefoon: 030 – 252 50 60
Mobiel: 06-40961343
Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl
Twitter : @GGDGHORNL
Van: “Butler, Tamara” >
Datum: 22/09/2022 13:55
Aan: “helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl” >
Onderwerp: FW: afspraken 960 uur VE in Tilburg
Beste mensen van de helpdesk,
Zoals jullie uit onderstaande mail kunnen opmaken is het gehele VE-aanbod georganiseerd rondom de doelgroeppeuter. Echter in denklijnen voor de toezichthouder beoordelen VE staat dat de houder ook moet voldoen aan alle voorwaarden rondom VE ook als er geen doelgroepkind aanwezig is.
Uitgangspunten bij het beoordelen van het besluit VE –
De VE-voorziening is in het LRK geregistreerd en daarmee moet de voorziening voldoen aan het besluit VE;
– Deze voorziening biedt VE aan conform het pedagogisch beleidsplan. In dit plan beschrijft de houder de momenten op een dag/ per week waarop de VE gegeven wordt;
– Tijdens de beschreven VE momenten voldoet de BKR-VE en wordt het programma van de VE aangeboden aan alle kinderen van de groep, ongeacht de aanwezigheid van VE[1]doelgroepkinderen;
– De aanbodverplichting geldt voor een houder ongeacht aanwezigheid van wel of geen doelgroepkinderen.
Uit de denklijn versie 1.3 Denklijn uitbreiding aanbod VE naar 960 uur
Waar staat dit in de wet kinderopvang? En in hoeverre kunnen wij als toezichthouder eisen dat de beschrijving in het ped. Beleid precies aangeeft op welke dagen (bijv. ma-woe-vrijdagochtend) er ve-aanbod is. In plaats van het “flexibele aanbod” zoals deze houder hieronder beschrijft.
Alvast bedankt voor het meedenken. Op korte termijn heb ik een belafspraak met deze houder en ik wil heel graag weten wat er nu wel of niet kan vanuit juridisch oogpunt.
Met vriendelijke groet,
Tamara Butler
Toezichthouder Wet kinderopvang
[cid:image002.jpg@01D8D8C2.8281F680]
Reitseplein 3 Tilburg
Postbus 3024, 5037 AA
www.ggdhvb.nl
088 3686514
t.butler@ggdhvb.nl
Aanwezig op: ma- en vrijdagochtend van 9.00 tot 12.30 uur
di-wo-do
[cid:image003.jpg@01D8D8C2.8281F680]
[cid:image004.png@01D8D8C2.8281F680]
Beste Tamara,
Naar aanleiding ons telefoongesprek van gisteren en van de door jouw collega geconstateerde overtreding met betrekking tot de 960 uur VE die onvoldoende concreet zou zijn beschreven in het beleid van kdv X blijven bij ons onduidelijkheden bestaan. De toezichthouder heeft de directeur van locatie X, laten weten dat wij tijdens het VE aanbod te allen tijde dienen te voldoen aan de VE eisen ook als er geen doelgroeppeuters zijn. Dit met het oog op de afwijktijden (in de ochtend). We hebben de passage in ons beleid aangepast. We begrijpen van de directeur dat dit voor nu accepteert wordt maar dat het toch niet voldoende is en dat de toezichthouder hier bij de volgende inspectie op terugkomt. De onduidelijkheid blijft voor ons bestaan.
Wij hebben in 2019 bijeenkomsten gevolgd in het kader van het Ondersteuningstraject urenuitbreiding VE voor aanbieders. Dit is ontwikkeld en aangeboden in het kader van een ondersteuningstraject in opdracht van het ministerie van OCW en uitgevoerd door Brancheorganisatie Kinderopvang en Sociaal Werk Nederland, in samenwerking met het GOAB-ondersteuningstraject (www.goab.eu). Er werd uitleg gegeven hoe we als kinderopvangorganisatie de 960 uur VE kunnen vormgeven en implementeren. Daarin werd duidelijk gesteld dat de ophoging naar 960 uur bedoeld is voor doelgroeppeuters. Dit is ook opgenomen en vastgelegd in de Handreiking die is opgesteld. Zie de bijlage.
Bijvoorbeeld bladzijde 5:
Urenuitbreiding voorschoolse educatie
Om van invloed te zijn op de ontwikkeling van doelgroeppeuters, moet het VE-aanbod voldoende intensief zijn en van goede kwaliteit. Daarom is besloten om het VE-aanbod aan doelgroeppeuters uit te breiden.
Per 1 augustus 2020 moeten gemeenten het gesubsidieerde aanbod van VE voor doelgroeppeuters uitbreiden naar 960 uur voor peuters van 2,5 tot 4 jaar. Deze regeling geldt alleen voor startende kinderen; voor kinderen die vóór 1 augustus 2020 2,5 jaar waren en gebruikmaakten van VE geldt deze verplichting niet.
En bladzijde 11:
Exploitatie
Het extra VE-aanbod voor doelgroeppeuters kan ertoe leiden dat groepen op meer dagen in de week geopend moeten zijn.
In de Toelichting van de uitbreiding naar 960 uur VE in de Staatscourant wordt ook de relatie met doelgroep peuters genoemd. Met als doel het versterken en uitbreiden van het VE-aanbod voor doelgroep peuters. Zie deze link:
Staatsblad 2019, 315 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl)
Nota van toelichting
punt 2. Achtergrond
Gemeenten hebben op grond van artikel 166 van de Wet op het primair onderwijs (hierna: «WPO») de plicht om te zorgen voor voldoende voorzieningen in aantal en spreiding waar doelgroeppeuters deel kunnen nemen aan voorschoolse educatie (aanbodverplichting). Voorschoolse educatie is in de Wet kinderopvang gedefinieerd als: de uitvoering van een door het college gesubsidieerd programma dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen die nog niet tot een school kunnen worden toegelaten.
Naast de aanbodverplichting hebben gemeenten een verplichting om afspraken met houders van kindercentra te maken voor een zo groot mogelijke deelname aan voorschoolse educatie. Het is daarmee de ambitie dat alle ouders van doelgroeppeuters op deze wijze in de gelegenheid worden gebracht en gestimuleerd worden om van het aanbod gebruik te maken.
Punt 3.1 Intensiteit van het aanbod
De intensiteit van het aanbod is een factor van belang voor het vergroten van de invloed van voorschoolse educatie. Het CPB gaat in de publicatie Kansrijk Onderwijsbeleid uit van een positief effect op de leerwinst van doelgroepkinderen van een uitbreiding van het aanbod voorschoolse educatie van tien naar zestien uur per week.
4. De maatregelen
4.1 Een flexibele norm voor de urenuitbreiding van de voorschoolse educatie
In het tot nu toe geldende Besluit was geen startleeftijd voor de voorschoolse educatie vastgelegd. Een deel van de gemeenten biedt voorschoolse educatie aan vanaf de leeftijd van twee jaar en een deel vanaf de leeftijd van tweeënhalf jaar. De ondergrens voor de aanvang van het aanbod is nu bepaald op tweeënhalf jaar. Er is gekozen voor deze ondergrens, omdat het de bedoeling is dat met deze maatregel de intensiteit van het aantal uren voorschoolse educatie per week toeneemt. Als de ondergrens voor de urenuitbreiding bij twee jaar zou worden gelegd, zou dit een uitbreiding in jaren, in plaats van een uitbreiding in intensiteit per week betekenen. De urennorm betreft een minimumverplichting. Het staat de gemeenten en houders dus vrij om voorschoolse educatie aan te bieden aan kinderen jonger dan tweeënhalf jaar. Daarvoor mogen gemeenten de specifieke uitkering voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid benutten.
En ook in het Kwaliteitskader en subsidieregeling kindgebonden financiering VVE 2022 is vastgelegd dat wij een VE-aanbod doen aan doelgroep peuters van 3 ochtenden van 5.5 uur, waarbij het 3de dagdeel door de gemeente wordt gesubsidieerd. Zie de bijlage.
Bijvoorbeeld onderdeel 2.1
Met de subsidieregeling bieden we de randvoorwaarden voor de realisatie van de Tilburgse Peutervoorziening rondom VVE. We zetten in op een toegankelijk VVE-aanbod met een goede start en optimale ontwikkelkansen voor alle Tilburgse Peuters.
Met deze subsidieregeling kunnen alle Tilburgse peuters minstens 11 uur per week gebruik maken van een VVE-aanbod in een peutervoorziening. Peuters met (kans op) een ontwikkelingsachterstand krijgen een VVE indicatie van de GGD en hebben recht op 5,5 uur extra VVE wat bekostigd wordt door de gemeente (totaal 16,5 uur). Een kwalitatief goede voorbereiding in voor- en vroegschoolse voorzieningen is de basis voor een goede start in het primair onderwijs en de verdere schoolloopbaanontwikkeling. Door een toegankelijk VVE-aanbod te realiseren voor alle peuters wordt ingezet op een goede start en optimale kansen. Bovendien zorgt deelname door peuters aan de Tilburgse Peutervoorziening ervoor dat kinderen al op jonge leeftijd in beeld zijn. Vroegtijdig signaleren van eventuele (ontwikkel)achterstanden en, indien nodig, ingrijpen is daardoor mogelijk.;
Wij hebben, in nauw overleg met de gemeente, besloten dat we op alle ochtenden – gedurende 40 weken – werken met een VE-programma, zodat we altijd een flexibel aanbod van 3 ochtenden kunnen doen aan ouders van een doelgroep peuter. We vinden het belangrijk om aan te sluiten bij de wensen van ouders. Op die 3 ochtenden wijken we dan niet af van de BKR. Indien er geen doelgroep peuters zijn werken wij nog steeds alle ochtenden met het VE-programma, echter dan kunnen wij wel afwijken van de BKR omdat de 960 uur VE eis dan niet van toepassing is. We bieden de hele dag opvang dus kunnen we gebruik maken van de 3-uursregeling.
Wij bieden op deze manier al jaren VE in de gemeente Tilburg en andere gemeenten waar wij dagopvang bieden op kinderdagverblijven, bijvoorbeeld Waalre. Dit heeft nooit tot vragen of discussie geleid.
We hopen met onze mail toelichting hebben gegeven over de uitvoering van VE in onze praktijk op de kinderdagverblijven.
Fijn als wij hier volgende week een telefonische afspraak over kunnen maken.
Van: Isabella
Datum: 2022-09-28 17:58:08
Onderwerp: FW: afspraken 960 uur VE in Tilburg
Het feedback NPS-formulier is verstuurd naar: t.butler@ggdhvb.nl
Van: Isabella
Datum: 2022-09-28 17:58:04
Onderwerp: FW: afspraken 960 uur VE in Tilburg
Ik heb Tamara telefonisch nog gesproken en haar de koppeling met de WKO 1.50 B uitgelegd. Hierin zit de basis van de wetgeving:
Artikel 1.50b
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de kwaliteit van voorschoolse educatie, indien dit wordt gesubsidieerd door het college. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op:
* a.de opleidingseisen en de scholingseisen waaraan de beroepskrachten voorschoolse educatie voldoen;
* b.het aantal beroepskrachten voorschoolse educatie in relatie tot het aantal kinderen;
* c.de groepsgrootte; en
* d.de minimum omvang van de voorschoolse educatie.
en: Artikel 1 WKO:
* voorschoolse educatie: uitvoering van een door het college gesubsidieerd programma dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen die nog niet tot een school kunnen worden toegelaten;
Van: Isabella
Datum: 2022-09-26 19:10:28
Aan: “Tamara Butler” >
Onderwerp: FW: afspraken 960 uur VE in Tilburg
Beste Tamara,
We hebben bij de start van ‘het aanbod 960 uur’ deze vragen veelvuldig gehad en hebben dan ook veel overleg gehad met de het ministerie OCW en de VNG om de regelgeving te duiden. We hebben de Specialisten VE hierover geïnformeerd en de uitwerking hebben we in de Denklijnen verwerkt.
Hierbij stuur ik jou het bericht aan de Specialisten VE d.d.14 september 2021:
Beste specialisten VE,
We hebben goed nieuws. We hebben duidelijkheid gekregen over de beoordeling van de aanbodverplichting van de 960 uur in anderhalf jaar tijd. Er is veelvuldig overleg geweest met het ministerie van OCW en de VNG.
In de Helpdesk ontvingen we vragen over hoe de term ‘een kind’ gezien wordt in het kader van de aanbodverplichting van 960 uur. Geldt die verplichting van 960 uur voor alle kinderen op een VE-geregistreerd kindercentrum of slechts voor VE-doelgroepkinderen?
We hebben in het gezamenlijk overleg de volgende uitgangspunten geformuleerd:
– Een VE-voorziening is in het LRK geregistreerd;
– Deze voorziening biedt VE aan conform het pedagogisch beleidsplan. In dit plan beschrijft de houder de momenten op een dag/ per week waarop de VE gegeven wordt;
– Tijdens de beschreven VE momenten voldoet de BKR-VE en wordt het programma van de VE aangeboden aan alle kinderen van de groep, ongeacht de aanwezigheid van VE-doelgroepkinderen;
– De aanbodverplichting geldt voor een houder ongeacht aanwezigheid van wel of geen doelgroepkinderen.
De houder beschrijft in het pedagogisch beleidsplan concreet en toetsbaar hoe het aanbod van 960 uur VE in 1,5 jaar eruitziet.
De toezichthouder beoordeelt drie voorwaarden:
1. Heeft de houder het aanbod 960 uur concreet en toetsbaar beschreven?
2. Voert de houder in de praktijk uit wat hij beschreven heeft? En wordt het beleid geëvalueerd en zo nodig bijgesteld?
3. Het aanbod VE is zo ingericht dat een kind, in de leeftijdsperiode tussen 2,5 en 4 jaar, 960 uur kan ontvangen. Een houder mag maximaal 6 uur per dag rekenen.
Hoe beoordeel je de situatie wanneer het aanbod VE volledig en concreet beschreven is in het pedagogisch beleidsplan maar de locatie is niet open op alle momenten die beschreven zijn?
Voorschoolse educatie is een door de gemeente gesubsidieerd programma voor kinderen met een risico op een onderwijsachterstand. Er moet 960 uur VE worden aangeboden aan deze kinderen van 2,5 tot 4 jaar oud. Kinderopvanghouders die VE aanbieden, moeten in hun beleidsplan beschrijven hoe de 960 uur VE wordt aangeboden, en de houder moet hier ook uitvoering aan geven.
Het pedagogisch beleidsplan is leidend en geldt voor alle kinderen. De VE moet aangeboden worden op de momenten die staan aangeduid als VE in het beleidsplan. Als het beschreven aanbod VE niet wordt uitgevoerd, constateert de toezichthouder een overtreding.
Kan er sprake zijn van verzachtende omstandigheden?
Ja, dat is mogelijk wanneer de houder kan aantonen dat zij de ouders van doelgroepkinderen wel actief op het aanbod wijzen en het aanbod direct in praktijk kunnen brengen zodra nodig, dan kan een toezichthouder aangeven dat er verzachtende omstandigheden zijn.
De houder heeft bijvoorbeeld actief de ouders gestimuleerd hun kind alle uren te brengen en de tijden voor ouders/ kinderen zo gunstig mogelijk aangeboden. Ondanks de inspanningen van de houder brengen de ouders van de doelgroepkinderen hun kinderen niet. De toezichthouder beoordeelt dat de houder het pedagogisch beleidsplan op dit punt niet uitvoert en dat er sprake is van verzachtende omstandigheden. De specifieke omstandigheden beschrijft de toezichthouder in de toelichting in het inspectierapport.
Hoe beschrijf je dit in de beschouwing in het inspectierapport?
In de conclusie bij de beschouwing in het inspectierapport beschrijft de toezichthouder dat er sprake is van verzachtende omstandigheden binnen het onderdeel voorschoolse educatie. De tekst is hierdoor zichtbaar in het Publieksportaal (’in-1oogopslag’).
We passen de Denklijn aanbod urenuitbreiding VE hierop aan. Zodra deze klaar is krijgen jullie bericht van ons.
Met vriendelijke groet,
Tamara, Mireille, Nicole en Isabella
ID:N17715
Ik hoop je hiermee de informatie gegeven te hebben om het gesprek aan te kunnen gaan.
Met vriendelijke groet,
Isabella Bolt
Helpdesk kinderopvang
[cid:image005.png@01D8D8C2.8281F680]
Telefoon: 030 – 252 50 60
Mobiel: 06-40961343
Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl
Twitter : @GGDGHORNL
Van: “Butler, Tamara” >
Datum: 22/09/2022 13:55
Aan: “helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl” >
Onderwerp: FW: afspraken 960 uur VE in Tilburg
Beste mensen van de helpdesk,
Zoals jullie uit onderstaande mail kunnen opmaken is het gehele VE-aanbod georganiseerd rondom de doelgroeppeuter. Echter in denklijnen voor de toezichthouder beoordelen VE staat dat de houder ook moet voldoen aan alle voorwaarden rondom VE ook als er geen doelgroepkind aanwezig is.
Uitgangspunten bij het beoordelen van het besluit VE –
De VE-voorziening is in het LRK geregistreerd en daarmee moet de voorziening voldoen aan het besluit VE;
– Deze voorziening biedt VE aan conform het pedagogisch beleidsplan. In dit plan beschrijft de houder de momenten op een dag/ per week waarop de VE gegeven wordt;
– Tijdens de beschreven VE momenten voldoet de BKR-VE en wordt het programma van de VE aangeboden aan alle kinderen van de groep, ongeacht de aanwezigheid van VE[1]doelgroepkinderen;
– De aanbodverplichting geldt voor een houder ongeacht aanwezigheid van wel of geen doelgroepkinderen.
Uit de denklijn versie 1.3 Denklijn uitbreiding aanbod VE naar 960 uur
Waar staat dit in de wet kinderopvang? En in hoeverre kunnen wij als toezichthouder eisen dat de beschrijving in het ped. Beleid precies aangeeft op welke dagen (bijv. ma-woe-vrijdagochtend) er ve-aanbod is. In plaats van het “flexibele aanbod” zoals deze houder hieronder beschrijft.
Alvast bedankt voor het meedenken. Op korte termijn heb ik een belafspraak met deze houder en ik wil heel graag weten wat er nu wel of niet kan vanuit juridisch oogpunt.
Met vriendelijke groet,
Tamara Butler
Toezichthouder Wet kinderopvang
[cid:image002.jpg@01D8D8C2.8281F680]
Reitseplein 3 Tilburg
Postbus 3024, 5037 AA
www.ggdhvb.nl
088 3686514
t.butler@ggdhvb.nl
Aanwezig op: ma- en vrijdagochtend van 9.00 tot 12.30 uur
di-wo-do
[cid:image003.jpg@01D8D8C2.8281F680]
[cid:image004.png@01D8D8C2.8281F680]
Beste Tamara,
Naar aanleiding ons telefoongesprek van gisteren en van de door jouw collega geconstateerde overtreding met betrekking tot de 960 uur VE die onvoldoende concreet zou zijn beschreven in het beleid van kdv X blijven bij ons onduidelijkheden bestaan. De toezichthouder heeft de directeur van locatie X, laten weten dat wij tijdens het VE aanbod te allen tijde dienen te voldoen aan de VE eisen ook als er geen doelgroeppeuters zijn. Dit met het oog op de afwijktijden (in de ochtend). We hebben de passage in ons beleid aangepast. We begrijpen van de directeur dat dit voor nu accepteert wordt maar dat het toch niet voldoende is en dat de toezichthouder hier bij de volgende inspectie op terugkomt. De onduidelijkheid blijft voor ons bestaan.
Wij hebben in 2019 bijeenkomsten gevolgd in het kader van het Ondersteuningstraject urenuitbreiding VE voor aanbieders. Dit is ontwikkeld en aangeboden in het kader van een ondersteuningstraject in opdracht van het ministerie van OCW en uitgevoerd door Brancheorganisatie Kinderopvang en Sociaal Werk Nederland, in samenwerking met het GOAB-ondersteuningstraject (www.goab.eu). Er werd uitleg gegeven hoe we als kinderopvangorganisatie de 960 uur VE kunnen vormgeven en implementeren. Daarin werd duidelijk gesteld dat de ophoging naar 960 uur bedoeld is voor doelgroeppeuters. Dit is ook opgenomen en vastgelegd in de Handreiking die is opgesteld. Zie de bijlage.
Bijvoorbeeld bladzijde 5:
Urenuitbreiding voorschoolse educatie
Om van invloed te zijn op de ontwikkeling van doelgroeppeuters, moet het VE-aanbod voldoende intensief zijn en van goede kwaliteit. Daarom is besloten om het VE-aanbod aan doelgroeppeuters uit te breiden.
Per 1 augustus 2020 moeten gemeenten het gesubsidieerde aanbod van VE voor doelgroeppeuters uitbreiden naar 960 uur voor peuters van 2,5 tot 4 jaar. Deze regeling geldt alleen voor startende kinderen; voor kinderen die vóór 1 augustus 2020 2,5 jaar waren en gebruikmaakten van VE geldt deze verplichting niet.
En bladzijde 11:
Exploitatie
Het extra VE-aanbod voor doelgroeppeuters kan ertoe leiden dat groepen op meer dagen in de week geopend moeten zijn.
In de Toelichting van de uitbreiding naar 960 uur VE in de Staatscourant wordt ook de relatie met doelgroep peuters genoemd. Met als doel het versterken en uitbreiden van het VE-aanbod voor doelgroep peuters. Zie deze link:
Staatsblad 2019, 315 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl)
Nota van toelichting
punt 2. Achtergrond
Gemeenten hebben op grond van artikel 166 van de Wet op het primair onderwijs (hierna: «WPO») de plicht om te zorgen voor voldoende voorzieningen in aantal en spreiding waar doelgroeppeuters deel kunnen nemen aan voorschoolse educatie (aanbodverplichting). Voorschoolse educatie is in de Wet kinderopvang gedefinieerd als: de uitvoering van een door het college gesubsidieerd programma dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen die nog niet tot een school kunnen worden toegelaten.
Naast de aanbodverplichting hebben gemeenten een verplichting om afspraken met houders van kindercentra te maken voor een zo groot mogelijke deelname aan voorschoolse educatie. Het is daarmee de ambitie dat alle ouders van doelgroeppeuters op deze wijze in de gelegenheid worden gebracht en gestimuleerd worden om van het aanbod gebruik te maken.
Punt 3.1 Intensiteit van het aanbod
De intensiteit van het aanbod is een factor van belang voor het vergroten van de invloed van voorschoolse educatie. Het CPB gaat in de publicatie Kansrijk Onderwijsbeleid uit van een positief effect op de leerwinst van doelgroepkinderen van een uitbreiding van het aanbod voorschoolse educatie van tien naar zestien uur per week.
4. De maatregelen
4.1 Een flexibele norm voor de urenuitbreiding van de voorschoolse educatie
In het tot nu toe geldende Besluit was geen startleeftijd voor de voorschoolse educatie vastgelegd. Een deel van de gemeenten biedt voorschoolse educatie aan vanaf de leeftijd van twee jaar en een deel vanaf de leeftijd van tweeënhalf jaar. De ondergrens voor de aanvang van het aanbod is nu bepaald op tweeënhalf jaar. Er is gekozen voor deze ondergrens, omdat het de bedoeling is dat met deze maatregel de intensiteit van het aantal uren voorschoolse educatie per week toeneemt. Als de ondergrens voor de urenuitbreiding bij twee jaar zou worden gelegd, zou dit een uitbreiding in jaren, in plaats van een uitbreiding in intensiteit per week betekenen. De urennorm betreft een minimumverplichting. Het staat de gemeenten en houders dus vrij om voorschoolse educatie aan te bieden aan kinderen jonger dan tweeënhalf jaar. Daarvoor mogen gemeenten de specifieke uitkering voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid benutten.
En ook in het Kwaliteitskader en subsidieregeling kindgebonden financiering VVE 2022 is vastgelegd dat wij een VE-aanbod doen aan doelgroep peuters van 3 ochtenden van 5.5 uur, waarbij het 3de dagdeel door de gemeente wordt gesubsidieerd. Zie de bijlage.
Bijvoorbeeld onderdeel 2.1
Met de subsidieregeling bieden we de randvoorwaarden voor de realisatie van de Tilburgse Peutervoorziening rondom VVE. We zetten in op een toegankelijk VVE-aanbod met een goede start en optimale ontwikkelkansen voor alle Tilburgse Peuters.
Met deze subsidieregeling kunnen alle Tilburgse peuters minstens 11 uur per week gebruik maken van een VVE-aanbod in een peutervoorziening. Peuters met (kans op) een ontwikkelingsachterstand krijgen een VVE indicatie van de GGD en hebben recht op 5,5 uur extra VVE wat bekostigd wordt door de gemeente (totaal 16,5 uur). Een kwalitatief goede voorbereiding in voor- en vroegschoolse voorzieningen is de basis voor een goede start in het primair onderwijs en de verdere schoolloopbaanontwikkeling. Door een toegankelijk VVE-aanbod te realiseren voor alle peuters wordt ingezet op een goede start en optimale kansen. Bovendien zorgt deelname door peuters aan de Tilburgse Peutervoorziening ervoor dat kinderen al op jonge leeftijd in beeld zijn. Vroegtijdig signaleren van eventuele (ontwikkel)achterstanden en, indien nodig, ingrijpen is daardoor mogelijk.;
Wij hebben, in nauw overleg met de gemeente, besloten dat we op alle ochtenden – gedurende 40 weken – werken met een VE-programma, zodat we altijd een flexibel aanbod van 3 ochtenden kunnen doen aan ouders van een doelgroep peuter. We vinden het belangrijk om aan te sluiten bij de wensen van ouders. Op die 3 ochtenden wijken we dan niet af van de BKR. Indien er geen doelgroep peuters zijn werken wij nog steeds alle ochtenden met het VE-programma, echter dan kunnen wij wel afwijken van de BKR omdat de 960 uur VE eis dan niet van toepassing is. We bieden de hele dag opvang dus kunnen we gebruik maken van de 3-uursregeling.
Wij bieden op deze manier al jaren VE in de gemeente Tilburg en andere gemeenten waar wij dagopvang bieden op kinderdagverblijven, bijvoorbeeld Waalre. Dit heeft nooit tot vragen of discussie geleid.
We hopen met onze mail toelichting hebben gegeven over de uitvoering van VE in onze praktijk op de kinderdagverblijven.
Fijn als wij hier volgende week een telefonische afspraak over kunnen maken.
Van: “Butler, Tamara” >
Datum: 22/09/2022 13:55
Aan: “helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl” >
Onderwerp: FW: afspraken 960 uur VE in Tilburg
Beste mensen van de helpdesk,
Zoals jullie uit onderstaande mail kunnen opmaken is het gehele VE-aanbod georganiseerd rondom de doelgroeppeuter. Echter in denklijnen voor de toezichthouder beoordelen VE staat dat de houder ook moet voldoen aan alle voorwaarden rondom VE ook als er geen doelgroepkind aanwezig is.
Uitgangspunten bij het beoordelen van het besluit VE –
De VE-voorziening is in het LRK geregistreerd en daarmee moet de voorziening voldoen aan het besluit VE;
– Deze voorziening biedt VE aan conform het pedagogisch beleidsplan. In dit plan beschrijft de houder de momenten op een dag/ per week waarop de VE gegeven wordt;
– Tijdens de beschreven VE momenten voldoet de BKR-VE en wordt het programma van de VE aangeboden aan alle kinderen van de groep, ongeacht de aanwezigheid van VE[1]doelgroepkinderen;
– De aanbodverplichting geldt voor een houder ongeacht aanwezigheid van wel of geen doelgroepkinderen.
Uit de denklijn versie 1.3 Denklijn uitbreiding aanbod VE naar 960 uur
Waar staat dit in de wet kinderopvang? En in hoeverre kunnen wij als toezichthouder eisen dat de beschrijving in het ped. Beleid precies aangeeft op welke dagen (bijv. ma-woe-vrijdagochtend) er ve-aanbod is. In plaats van het “flexibele aanbod” zoals deze houder hieronder beschrijft.
Alvast bedankt voor het meedenken. Op korte termijn heb ik een belafspraak met deze houder en ik wil heel graag weten wat er nu wel of niet kan vanuit juridisch oogpunt.
Met vriendelijke groet,
Tamara Butler
Toezichthouder Wet kinderopvang
[cid:image002.jpg@01D8D8C2.8281F680]
Reitseplein 3 Tilburg
Postbus 3024, 5037 AA
www.ggdhvb.nl
088 3686514
t.butler@ggdhvb.nl
Aanwezig op: ma- en vrijdagochtend van 9.00 tot 12.30 uur
di-wo-do
[cid:image003.jpg@01D8D8C2.8281F680]
[cid:image004.png@01D8D8C2.8281F680]
Beste Tamara,
Naar aanleiding ons telefoongesprek van gisteren en van de door jouw collega geconstateerde overtreding met betrekking tot de 960 uur VE die onvoldoende concreet zou zijn beschreven in het beleid van kdv X blijven bij ons onduidelijkheden bestaan. De toezichthouder heeft de directeur van locatie X, laten weten dat wij tijdens het VE aanbod te allen tijde dienen te voldoen aan de VE eisen ook als er geen doelgroeppeuters zijn. Dit met het oog op de afwijktijden (in de ochtend). We hebben de passage in ons beleid aangepast. We begrijpen van de directeur dat dit voor nu accepteert wordt maar dat het toch niet voldoende is en dat de toezichthouder hier bij de volgende inspectie op terugkomt. De onduidelijkheid blijft voor ons bestaan.
Wij hebben in 2019 bijeenkomsten gevolgd in het kader van het Ondersteuningstraject urenuitbreiding VE voor aanbieders. Dit is ontwikkeld en aangeboden in het kader van een ondersteuningstraject in opdracht van het ministerie van OCW en uitgevoerd door Brancheorganisatie Kinderopvang en Sociaal Werk Nederland, in samenwerking met het GOAB-ondersteuningstraject (www.goab.eu). Er werd uitleg gegeven hoe we als kinderopvangorganisatie de 960 uur VE kunnen vormgeven en implementeren. Daarin werd duidelijk gesteld dat de ophoging naar 960 uur bedoeld is voor doelgroeppeuters. Dit is ook opgenomen en vastgelegd in de Handreiking die is opgesteld. Zie de bijlage.
Bijvoorbeeld bladzijde 5:
Urenuitbreiding voorschoolse educatie
Om van invloed te zijn op de ontwikkeling van doelgroeppeuters, moet het VE-aanbod voldoende intensief zijn en van goede kwaliteit. Daarom is besloten om het VE-aanbod aan doelgroeppeuters uit te breiden.
Per 1 augustus 2020 moeten gemeenten het gesubsidieerde aanbod van VE voor doelgroeppeuters uitbreiden naar 960 uur voor peuters van 2,5 tot 4 jaar. Deze regeling geldt alleen voor startende kinderen; voor kinderen die vóór 1 augustus 2020 2,5 jaar waren en gebruikmaakten van VE geldt deze verplichting niet.
En bladzijde 11:
Exploitatie
Het extra VE-aanbod voor doelgroeppeuters kan ertoe leiden dat groepen op meer dagen in de week geopend moeten zijn.
In de Toelichting van de uitbreiding naar 960 uur VE in de Staatscourant wordt ook de relatie met doelgroep peuters genoemd. Met als doel het versterken en uitbreiden van het VE-aanbod voor doelgroep peuters. Zie deze link:
Staatsblad 2019, 315 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl)
Nota van toelichting
punt 2. Achtergrond
Gemeenten hebben op grond van artikel 166 van de Wet op het primair onderwijs (hierna: «WPO») de plicht om te zorgen voor voldoende voorzieningen in aantal en spreiding waar doelgroeppeuters deel kunnen nemen aan voorschoolse educatie (aanbodverplichting). Voorschoolse educatie is in de Wet kinderopvang gedefinieerd als: de uitvoering van een door het college gesubsidieerd programma dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen die nog niet tot een school kunnen worden toegelaten.
Naast de aanbodverplichting hebben gemeenten een verplichting om afspraken met houders van kindercentra te maken voor een zo groot mogelijke deelname aan voorschoolse educatie. Het is daarmee de ambitie dat alle ouders van doelgroeppeuters op deze wijze in de gelegenheid worden gebracht en gestimuleerd worden om van het aanbod gebruik te maken.
Punt 3.1 Intensiteit van het aanbod
De intensiteit van het aanbod is een factor van belang voor het vergroten van de invloed van voorschoolse educatie. Het CPB gaat in de publicatie Kansrijk Onderwijsbeleid uit van een positief effect op de leerwinst van doelgroepkinderen van een uitbreiding van het aanbod voorschoolse educatie van tien naar zestien uur per week.
4. De maatregelen
4.1 Een flexibele norm voor de urenuitbreiding van de voorschoolse educatie
In het tot nu toe geldende Besluit was geen startleeftijd voor de voorschoolse educatie vastgelegd. Een deel van de gemeenten biedt voorschoolse educatie aan vanaf de leeftijd van twee jaar en een deel vanaf de leeftijd van tweeënhalf jaar. De ondergrens voor de aanvang van het aanbod is nu bepaald op tweeënhalf jaar. Er is gekozen voor deze ondergrens, omdat het de bedoeling is dat met deze maatregel de intensiteit van het aantal uren voorschoolse educatie per week toeneemt. Als de ondergrens voor de urenuitbreiding bij twee jaar zou worden gelegd, zou dit een uitbreiding in jaren, in plaats van een uitbreiding in intensiteit per week betekenen. De urennorm betreft een minimumverplichting. Het staat de gemeenten en houders dus vrij om voorschoolse educatie aan te bieden aan kinderen jonger dan tweeënhalf jaar. Daarvoor mogen gemeenten de specifieke uitkering voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid benutten.
En ook in het Kwaliteitskader en subsidieregeling kindgebonden financiering VVE 2022 is vastgelegd dat wij een VE-aanbod doen aan doelgroep peuters van 3 ochtenden van 5.5 uur, waarbij het 3de dagdeel door de gemeente wordt gesubsidieerd. Zie de bijlage.
Bijvoorbeeld onderdeel 2.1
Met de subsidieregeling bieden we de randvoorwaarden voor de realisatie van de Tilburgse Peutervoorziening rondom VVE. We zetten in op een toegankelijk VVE-aanbod met een goede start en optimale ontwikkelkansen voor alle Tilburgse Peuters.
Met deze subsidieregeling kunnen alle Tilburgse peuters minstens 11 uur per week gebruik maken van een VVE-aanbod in een peutervoorziening. Peuters met (kans op) een ontwikkelingsachterstand krijgen een VVE indicatie van de GGD en hebben recht op 5,5 uur extra VVE wat bekostigd wordt door de gemeente (totaal 16,5 uur). Een kwalitatief goede voorbereiding in voor- en vroegschoolse voorzieningen is de basis voor een goede start in het primair onderwijs en de verdere schoolloopbaanontwikkeling. Door een toegankelijk VVE-aanbod te realiseren voor alle peuters wordt ingezet op een goede start en optimale kansen. Bovendien zorgt deelname door peuters aan de Tilburgse Peutervoorziening ervoor dat kinderen al op jonge leeftijd in beeld zijn. Vroegtijdig signaleren van eventuele (ontwikkel)achterstanden en, indien nodig, ingrijpen is daardoor mogelijk.;
Wij hebben, in nauw overleg met de gemeente, besloten dat we op alle ochtenden – gedurende 40 weken – werken met een VE-programma, zodat we altijd een flexibel aanbod van 3 ochtenden kunnen doen aan ouders van een doelgroep peuter. We vinden het belangrijk om aan te sluiten bij de wensen van ouders. Op die 3 ochtenden wijken we dan niet af van de BKR. Indien er geen doelgroep peuters zijn werken wij nog steeds alle ochtenden met het VE-programma, echter dan kunnen wij wel afwijken van de BKR omdat de 960 uur VE eis dan niet van toepassing is. We bieden de hele dag opvang dus kunnen we gebruik maken van de 3-uursregeling.
Wij bieden op deze manier al jaren VE in de gemeente Tilburg en andere gemeenten waar wij dagopvang bieden op kinderdagverblijven, bijvoorbeeld Waalre. Dit heeft nooit tot vragen of discussie geleid.
We hopen met onze mail toelichting hebben gegeven over de uitvoering van VE in onze praktijk op de kinderdagverblijven.
Fijn als wij hier volgende week een telefonische afspraak over kunnen maken.