betreft de meld, overleg en aangifteplicht in de gastouderopvang

Gesloten

Dag helpsdesk,

De voorwaarde bij de meldcode bij de gastouder is veranderd.

Oud
5.3 Meld-, overleg- en aangifteplicht – 5.3.1
De gastouder heeft kennis van de handelswijze hoe, indien het de gastouder op enigerlei wijze bekend is geworden dat de natuurlijke persoon die tevens houder is van het gastouderbureau zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind dat gebruik maakt van de door de houder aangeboden opvang, in contact te treden met de vertrouwensinspecteur kinderopvang en in geval van een redelijk vermoeden aangifte te doen bij een daartoe aangewezen opsporingsambtenaar. (art 1.56b lid 1 en 1.51c lid 1 onder b en lid 2 Wet kinderopvang)

Nieuw
Meld-, overleg- en aangifteplicht
De gastouder heeft kennis van de handelswijze hoe, indien het de gastouder op enigerlei wijze bekend is geworden dat de houder van het gastouderbureau zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind dat gebruik maakt van de door de houder aangeboden opvang, in contact te treden met de vertrouwensinspecteur kinderopvang en in geval v
….
Mijn vraag
Wij willen graag weten voor ons team (want er is al een hele discussie over); Wat moet de gastouder nu antwoorden op onze vragen over de meld- , overleg- en aangifteplicht? Hoe checken wij de kennis over de meldcode, aanleg en aangifteplicht? Dus concreet wat moet een gastouder (houder van een voorziening!) weten en doen? En wat moet een houder van een GOB weten en doen?

De gastouder en de MOA;

Wat moet zij melden?
Waar moet zij melden?

Waarover moet zij in overleg plegen?
En met wie moet zij in overleg?

Waarover moet zij aangifte doen?
Bij wie moet zij aangifte gedaan worden?

Ik heb zelf op de rijksoverheid het onderstaande in een flyer over de vertrouwensinspecteur gelezen en dan wordt het voor mij nog niet duidelijk.
Wel staat er dat de vertrouwensinspecteur altijd gebeld mag worden door iedereen die werkzaam is in de kinderopvang voor advies.

En in de media afgelopen week stond dat er in de hele Kinderopvang te weinig wordt gemeld bij de vertrouwensinspecteur? En dat snap ik, want het is mij ook helder.

Ík hoop dat mijn vraag helder is.

Dit staat er in de folder
Kinderopvang
Houders, medewerkers, gastouders en
ouders kunnen de vertrouwensinspecteur
bellen wanneer in of rond een kinderopvanglocatie
signalen zijn over:
* mogelijke seksuele intimidatie en
seksueel misbruik
* psychisch en fysiek geweld
Heeft een houder een vermoeden van een
mogelijk zedenmisdrijf of een mogelijke
mishandeling van een opgevangen kind
door een met taken belast persoon, dan is
hij verplicht onverwijld te overleggen met
de vertrouwensinspecteur.
Betreft het vermoeden de houder zelf, dan
is een met taken belast persoon verplicht
direct aangifte te doen.

Wat doet de vertrouwensinspecteur?
De vertrouwensinspecteur luistert en
informeert. Zo nodig adviseert de vertrouwensinspecteur,
bijvoorbeeld over het
indienen van een formele klacht of het
doen van aangifte.
Als uit een gesprek van een bestuur of een
houder met de vertrouwensinspecteur
blijkt dat er sprake is van een redelijk
vermoeden van een strafbaar feit, wijst de
vertrouwensinspecteur hen op de
aangifteplicht.

Meld-, overleg- en aangifteplicht
Zie ook het schema op de achterkant.
Als u te maken krijgt met of weet heeft van
mogelijk seksueel misbruik of seksuele
intimidatie (zedenmisdrijf) door een met
taken belast persoon tegen een opvangkind,
minderjarige leerling of student,
dan geldt de meld-, overleg- en aangifteplicht.
Voor de kinderopvang geldt deze
plicht nadrukkelijk ook voor mishandeling.
De onverwijlde meldplicht geldt voor
medewerkers van scholen en van
kinderopvanglocaties.
De onverwijlde overleg- en aangifteplicht
geldt voor schoolbesturen, houders van
kinderopvangorganisaties en gastouderbureaus.
Een met taken belast persoon in
de kinderopvang moet ook aangifte doen
als hij een vermoeden heeft van een zedenmisdrijf
of mishandeling door de houder.
Als u twijfelt of er sprake is van seksueel
misbruik of seksuele intimidatie, of van
mishandeling van een kind of leerling,
neem dan altijd contact op met de
vertrouwensinspecteur

Dit bericht is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Het bericht kan vertrouwelijke informatie bevatten. Als u dit bericht per abuis hebt ontvangen, wordt u verzocht het te vernietigen en de afzender te informeren. GGD GHOR Nederland is niet aansprakelijk voor onjuiste en onvolledige overbrenging van de inhoud van een verzonden e-mail bericht, of een te late ontvangst daarvan.

Antwoorden

Secretariaat

01-29-20241:53 pm

Pauline

01-30-20244:45 pm

Hoi Greet,

Hoi Greet,

Wettelijk is er allereerst niets veranderd. Wel proberen we de itemlijsten leesbaarder te maken. Vandaar dat we daar waar mogelijk, terminologie vereenvoudigen (houder die tevens natuurlijk persoon is…)

Wat kun je toetsen bij de gastouder?
Weet een gastouder dat ze bij een vermoeden van zedendelict of mishandeling van een opvangkind door een volwassenen tijdens de opvang de vertrouwensinspecteur (VI) kan bellen voor overleg en advies? De gastouder heeft geen overlegplicht maar kan dus wel overleggen!

Kan een gastouder een voorbeeld noemen wanneer ze overleg zou plegen, wat zijn signalen voor haar hierover?

Weet ze dat ze wel aangifte moet doen indien ze een vermoeden heeft dat de houder van het GOB verdacht wordt van een zedenzaak of mishandeling. En ja, dit is heel onlogisch, maar staat wel zo in de wet. Gisteren hebben we dit toevallig besproken met SZW om dat te wijzigen in de wet maar dat is nog niet het geval.

Een gastouder heeft formeel geen meldplicht naar de houder maar ze kan wel een melding doen uiteraard bij de houder van een GOB. Weet de gastouder in welke gevallen ze dat kan doen?
En wat kan ze doen indien ze een vermoeden heeft bij een andere gastouder, diens huisgenoot bijvoorbeeld? Ook dan kan ze met de VI overleggen en melden bij de houder.

Dus samengevat:
Is de gastouder bekend met een VI?
Weet ze waarvoor ze die kan benaderen (advies zoals omschreven in de flyer)
En wat kan ze doen als ze een situatie ziet of hoort dat gaat over een andere gastouder of diens huisgenoot (houder GOB benaderen).

Het is makkelijk om een casus in je achterhoofd te hebben.

Wat bij de houder GOB?
Je toetst of de houder op de hoogte is van de volgende punten:

o Medewerkers bij een GOB moeten melden bij de houder indien ze een vermoeden hebben over een gastouder of volwassene.
o Houder moet overleggen met de VI indien hij of zij een melding krijgt (overlegplicht).
o Houder moet aangifte doen bij de politie indien de VIâs dat aangeven (aangifteplicht. Houder moet zijn medewerkers en zijn gastouders hierover instrueren zodat ze op de hoogte zijn. Hoe doet hij dat? En wat zie je terug in de praktijk bij gastouders en bij medewerkers van het GOB?

Maakt dit het onderwerp iets duidelijker?
Ik moet de veldinstrumenten hier ook nog op aanpassen.

Met vriendelijke groet,

Pauline Khoury elâVerscheijden

Helpdesk kinderopvang

Telefoon: 06 36483490

Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl (http://helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl)

Twitter : @GGDGHORNL (https://twitter.com/GGDGHORNL)

> Van: Greet op de Haar – Drenth
>Datum: 26/01/2024 12:50
>Aan: “helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl”
>Onderwerp: betreft de meld, overleg en aangifteplicht in de gastouderopvang
> Dag helpsdesk,
>
>
>
>De voorwaarde bij de meldcode bij de gastouder is veranderd.
>
>
>
>Oud
>
>5.3 Meld-, overleg- en aangifteplicht – 5.3.1
>
>De gastouder heeft kennis van de handelswijze hoe, indien het de gastouder op enigerlei wijze bekend is geworden dat de natuurlijke persoon die tevens houder is van het gastouderbureau zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind dat gebruik maakt van de door de houder aangeboden opvang, in contact te treden met de vertrouwensinspecteur kinderopvang en in geval van een redelijk vermoeden aangifte te doen bij een daartoe aangewezen opsporingsambtenaar. (art 1.56b lid 1 en 1.51c lid 1 onder b en lid 2 Wet kinderopvang)
>
>
>
>Nieuw
>
>Meld-, overleg- en aangifteplicht
>
>De gastouder heeft kennis van de handelswijze hoe, indien het de gastouder op enigerlei wijze bekend is geworden dat de houder van het gastouderbureau zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind dat gebruik maakt van de door de houder aangeboden opvang, in contact te treden met de vertrouwensinspecteur kinderopvang en in geval v
>
>….
>
>Mijn vraag
>
>Wij willen graag weten voor ons team (want er is al een hele discussie over); Wat moet de gastouder nu antwoorden op onze vragen over de meld- , overleg- en aangifteplicht? Hoe checken wij de kennis over de meldcode, aanleg en aangifteplicht? Dus concreet wat moet een gastouder (houder van een voorziening!) weten en doen? En wat moet een houder van een GOB weten en doen?
>
>
>
>De gastouder en de MOA;
>
>
>
>Wat moet zij melden?
>
>Waar moet zij melden?
>
>
>
>Waarover moet zij in overleg plegen?
>
>En met wie moet zij in overleg?
>
>
>
>Waarover moet zij aangifte doen?
>
>Bij wie moet zij aangifte gedaan worden?
>
>
>
>Ik heb zelf op de rijksoverheid het onderstaande in een flyer over de vertrouwensinspecteur gelezen en dan wordt het voor mij nog niet duidelijk.
>
>Wel staat er dat de vertrouwensinspecteur altijd gebeld mag worden door iedereen die werkzaam is in de kinderopvang voor advies.
>
>
>
>En in de media afgelopen week stond dat er in de hele Kinderopvang te weinig wordt gemeld bij de vertrouwensinspecteur? En dat snap ik, want het is mij ook helder.
>
>
>
>Ík hoop dat mijn vraag helder is.
>
>
>
>Dit staat er in de folder
>
>Kinderopvang
>
>Houders, medewerkers, gastouders en
>
>ouders kunnen de vertrouwensinspecteur
>
>bellen wanneer in of rond een kinderopvanglocatie
>
>signalen zijn over:
>
>• mogelijke seksuele intimidatie en
>
>seksueel misbruik
>
>• psychisch en fysiek geweld
>
>Heeft een houder een vermoeden van een
>
>mogelijk zedenmisdrijf of een mogelijke
>
>mishandeling van een opgevangen kind
>
>door een met taken belast persoon, dan is
>
>hij verplicht onverwijld te overleggen met
>
>de vertrouwensinspecteur.
>
>Betreft het vermoeden de houder zelf, dan
>
>is een met taken belast persoon verplicht
>
>direct aangifte te doen.
>
>
>
>Wat doet de vertrouwensinspecteur?
>
>De vertrouwensinspecteur luistert en
>
>informeert. Zo nodig adviseert de vertrouwensinspecteur,
>
>bijvoorbeeld over het
>
>indienen van een formele klacht of het
>
>doen van aangifte.
>
>Als uit een gesprek van een bestuur of een
>
>houder met de vertrouwensinspecteur
>
>blijkt dat er sprake is van een redelijk
>
>vermoeden van een strafbaar feit, wijst de
>
>vertrouwensinspecteur hen op de
>
>aangifteplicht.
>
>
>
>Meld-, overleg- en aangifteplicht
>
>Zie ook het schema op de achterkant.
>
>Als u te maken krijgt met of weet heeft van
>
>mogelijk seksueel misbruik of seksuele
>
>intimidatie (zedenmisdrijf) door een met
>
>taken belast persoon tegen een opvangkind,
>
>minderjarige leerling of student,
>
>dan geldt de meld-, overleg- en aangifteplicht .
>
>Voor de kinderopvang geldt deze
>
>plicht nadrukkelijk ook voor mishandeling.
>
>De onverwijlde meldplicht geldt voor
>
>medewerkers van scholen en van
>
>kinderopvanglocaties.
>
>De onverwijlde overleg- en aangifteplicht
>
>geldt voor schoolbesturen, houders van
>
>kinderopvangorganisaties en gastouderbureaus.
>
>Een met taken belast persoon in
>
>de kinderopvang moet ook aangifte doen
>
>als hij een vermoeden heeft van een zedenmisdrijf
>
>of mishandeling door de houder.
>
>Als u twijfelt of er sprake is van seksueel
>
>misbruik of seksuele intimidatie, of van
>
>mishandeling van een kind of leerling,
>
>neem dan altijd contact op met de
>
>vertrouwensinspecteur
>
>
>
>Dit bericht is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Het bericht kan vertrouwelijke informatie bevatten. Als u dit bericht per abuis hebt ontvangen, wordt u verzocht het te vernietigen en de afzender te informeren. GGD GHOR Nederland is niet aansprakelijk voor onjuiste en onvolledige overbrenging van de inhoud van een verzonden e-mail bericht, of een te late ontvangst daarvan.
>
>