Beste Inge
De kwaliteitseis is verwoord in artikel 10, lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang
Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste stamgroepruimte. Een kindercentrum beschikt over ten minste 3,5 m 2 binnenspeelruimte per in het kindercentrum aanwezig kind.
Voor de berekening van de benodigde vierkante meters is de stamgroepruimte het uitgangspunt.
De zin âeen kindercentrum beschikt over ten minste etcâ moet glelezen worden in samenhang met de eerste zin: Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste stamgroepruimte.
In de toelichting (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-10966.html)op deze bepaling staat:
âIn dit artikel wordt bepaald dat voor elk kind minimaal 3,5 m 2 bruto oppervlak speelruimte in de groepsruimte aanwezig is . Speelruimtes dienen passend te zijn ingericht voor spelen en rusten. Bij de inrichting van de binnenspeelruimte dient verder rekening te worden gehouden met het aantal kinderen dat van een ruimte gebruik maakt en met de leeftijd van de kinderen. âVoor elk kindâ betekent dat ieder kind ook daadwerkelijk over minimaal 3,5 m 2 bruto speelruimte kan beschikken. Het gaat daarbij om het totale aantal vierkante meters in de groepsruimtes. Dus de lengte vermenigvuldigd met de breedte van de ruimtes waar de kinderen spelen. Indien een andere ruimte als speelruimte is ingericht, dan wordt deze ruimte evenredig toebedeeld aan de groepen. Dit betekent bijvoorbeeld een speelhal, die door meerdere groepen wordt gebruikt, kan worden meegerekend. De bruto oppervlakte van de speelhal wordt in dat geval gedeeld door het aantal groepen en dit wordt opgeteld bij de oppervlakte van de groepsruimte. Dat betekent dat de in die ruimte aanwezige kasten, stoelen, tafels en verwarmingen niet worden afgetrokken van de bruto oppervlakte. Slaapkamers kunnen alleen dan worden meegerekend indien deze ruimtes ook daadwerkelijk als speelruimte wordt gebruikt (dus niet een vaste slaapkamer met vaste bedden, maar wel een slaapruimte met stretchers die na het slapen van de kinderen kunnen worden verwijderd).â
Dat dit per stamgroep zo is bedoeld kun je ook afleiden uit de eis dat elk kind wordt opgevangen in 1 stamgroep (artikel 9 lid 1)
Als het uitgangspunt is dat elk kind in 1 stamgroepruimte wordt opgevangen is het in de casus praktisch niet mogelijk dat elk kind daadwerkelijk over de speelruimte beschikt, immers, er is dan 1,3 vierkante meter in ruimte B beschikbaar en 2,5 in ruimte Y.
Dat is niet in overeenstemming met de 1 stamgroep-eis.
Is dit voldoende antwoord op je vraag?
Met vriendelijke groet,
Cassandra Verspeek
Helpdesk kinderopvang
Mobiel: 06 – 28829172
Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl (http://helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl)
Twitter : @GGDGHORNL (https://twitter.com/GGDGHORNL)
> Van: Inge Jansen
>Datum: 2023-08-14 15:49:09
>Onderwerp: berekening m2 binnenspeelruimte indien er geen speelruimte is buiten de stamgroepen
> Mag ik alle m2 van alle stamgroepen bij elkaar optellen en delen door 3,5 of moet ik uitgaan van het aantal m2 per stamgroep?
>
>Een kindercentrum heeft alleen de stamgroepsruimten ter beschikking als binnespeelruimte. Geen gang of iets anders.
>Uitgaande van de m2 stamgroepsruimte is in totaal plaats voor 41 kinderen op dit centrum.
>
>Boefjes: 46,7 m2 : 3,5 = 13,3 dit houdt in 13 kindplaatsen
>
>Piraatjes: 47,5 : 3,5 = 13,5 dit houdt in 13 kindplaatsen
>
>Yguweiz; 55 : 3,5=15,7 dit houdt in 15 kindplaatsen
>
>Echter de tekst van voorwaarde in het model rapport geeft aan: Een kindercentrum beschikt over ten minste 3,5m² binnenspeelruimte per in het kindercentrum aanwezig kind.
>Mag ik het totaal aan m2 van de drie groepsruimten optellen en dan delen door 3,5? Dan mogen er 42 kinderen opgevangen worden op deze locatie.
>
>
>Ik hoor het graag.